Neerlandia. Jaargang 68

Duitsland

Joost van den Vondel-prijzen

De Joost van den Vondel-Prijs van de Hamburgse Stichting F.V.S. (Freiherr von Stein) bedraagt 10.000 D.M. en wordt om de twee jaar uitgereikt door de rector van de Westfaalse Wilhelms-Universiteit te Münster op voorstel van Noord- en Zuid-Nederlanders en Duitsers.

Het is een prijs voor schrijvers, schilders, beeldhouwers, musici, architecten en toneelspelers uit die streken waar Nederlands of Nederduits gesproken wordt.

Tot op heden is deze prijs uitgereikt aan de Brabantse schrijver Antoon Coolen, de Vlaamse cultuurfilosoof prof. dr. M. Lamberty,
de Hamburgse schrijver Pastor i/R. Christian Boeck en
de Vlaamse graficus Frans Masereel.

Voor 1963 is deze prijs toegekend aan de Nederlandse toneelspeler Albert van Dalsum. In de oorkonde staat dat Van Dalsum als toneelspeler, regisseur en leider van een eigen toneelgezelschap voor het Nederlandse toneel grote verdiensten heeft.

De prijs voor 1964 is toegewezen aan de in Rostock wonende emeritus-professor Hermann Teuchert, die de ‘nestor en onbetwiste meester van het Nederduitse en Nederlandse dialectenonderzoek’ wordt genoemd.

De uitreiking van de prijzen over 1963 en 1964 zal plaats hebben op 29 mei a.s. in de Universiteit van Münster.

Culturele betrekkingen tussen Nederland en Duitsland

Het cultureel verdrag tussen Nederland en de Duitse Bondsrepubliek is nog vrij jong. De gemengde commissie voor de uitvoering van het Nederlands-Duitse culturele verdrag heeft deze week in Den Haag haar eerste vergadering gehouden. De vergadering werd voorgezeten door mr. H.J. Reinink, directeur-generaal voor de kunsten en voor buitenlandse betrekkingen van het ministerie van O.K. en W. De Duitse delegatie stond onder leiding van dr. D. Sattler, hoofd van de culturele afdeling van het ministerie van buitenlandse zaken te Bonn.

Naar het oordeel van de commissie is het onderwijs van de taal van het ene land in het andere land van groot belang voor de verdere ontwikkeling van de culturele betrekkingen tussen beide landen. Verder is aandacht besteed aan contacten op het gebied van de wetenschapsbeoefening. Ten aanzien van de organisatie van manifestaties in het andere land op het gebied van de schone kunsten is de commissie van mening dat haar taak voornamelijk van aanvullende aard zal zijn, gelet op het vele dat reeds op dit terrein wordt gedaan. Ook acht de commissie het gewenst dat in de toekomst in beide landen meer aandacht zou worden besteed aan de berichtgeving inzake culturele manifestaties die in het andere land plaats hebben.

Vlamingen in Duitsland

Op een A.B.N.-avond, gehouden voor de Vlaamse militairen in West-Duitsland (Bensberg), waar ook talrijke leerlingen waren van het atheneum te Rösrath, heeft Karel Jonckheere gesproken over ‘Ernst en luim in de culturele toenadering tussen Noord en Zuid’.

Hij gaf een overzicht van de streken waar Nederlands wordt gesproken, behandelde de historische groei van Vlaanderen, in het bijzonder in het licht van de affiniteiten, die altijd tussen Noord- en Zuid-Nederland hebben bestaan.

Spreker hoopte, dat de ABN-week iets méér zou worden dan de ‘week van het afleren van het dialect’.

Taalcursussen aan Nederlandse kinderen in Duitsland

De Nederlandse Bon din Duitsland heeft, aldus de Post van Holland, gezorgd voor de volgende cursussen, die worden gegeven in (stand per 1 jan.): Emden, Rees, Dortmund, Essen, Duisburg, Oberhausen/Mülheim, München, Bonn, Erp, Bergheim en Siegburg.

Het is gelukt het aantal cursussen met drie geheel nieuwe uit te breiden, terwijl in Oberhausen/Mülheim weer opnieuw begonnen kon worden. Het aantal deelnemers per cursus zou nog groter kunnen zijn. Het is niet onbekend, dat vooral in de verenigingen op het platteland de vervoermogelijkheden niet groot zijn, evenals de mogelijkheid een tijdstip te vinden, waarop alle bussen e.d. tegelijk de plaats van onderricht bereiken.