Vlaanderen
Herman Teirlinck 85 jaar
Vlaamse schrijvers worden tegenwoordig oud:
Alfred Hegenscheidt is dit jaar op 97-jarige leeftijd gestorven,
Stijn Streuvels wordt dit jaar 93,
Lode Baekelmans is 85 (zie Neerlandia 1964 nr. 2) en 25 februari jl. heeft Herman Teirlinck zijn 85ste verjaardag gevierd.
Mijn eerste kennismaking met zijn werk waren de opvoeringen in de Rotterdamse Schouwburg van zijn toneelstukken ‘De vertraagde Film’ (1922) en ‘Ik Dien’ (1924), een toneelbewerking van de middeleeuwse Beatrijs.
In diezelfde tijd ging ik zijn Ivoren Aapje (1909) lezen, later door vele andere van zijn boeken gevolgd: Mijnheer Serjanszoon, orator didacticus (1928), Het gevecht met de engel (1952), Zelfportret of Het galgenmaal (1957).
Wat was ik verheugd, dat ik als voorzitter van het A.N.V., persoonlijk met hem kennis kon maken toen hij en Adriaan Roland Holst op 21 mei 1960 in de stampvolle Aula van de Universiteit te Gent gehuldigd werden tijdens het 34ste Nederlands Congres.
Aan waardering voor hem en zijn werk heeft het niet ontbroken. Als eerste Zuid-Nederlander heeft hij in 1955 de ‘Grote Prijs der Nederlandse Letteren’ ontvangen. Verder kreeg hij eredoctoraten aan de universiteiten van Amsterdam, Brussel, Gent en Luik.
Kort geleden zijn 4 dln. van zijn Verzameld werk verschenen bij A. Manteau. Herman Teirlinck staat als een der eersten in de rij der Nederlandse schrijvers van deze eeuw.
F.K.