Verdere ontwikkeling
De Vlaams-Waalse problematiek blijft ook na 10 nov. vrijwel volkomen het Belgische politieke leven beheersen. Zelfs een dreigende boycot door de artsen van een nieuwe wet op de ziekteverzekering verandert hieraan niets. Om in het kort de hangende kwesties op te sommen: ten eerste zit men al midden in het geharrewar over de toepassing van de recente taalwetgeving - met name rond het Atoomcentrum te Mol -, in interpretaties en contra-interpretaties, in België een gebruikelijk verschijnsel na een nieuwe taalwet. Het Comité d'Action Wallonne heeft in Wallonië een handtekeningenactie gevoerd, waarin geageerd werd voor het houden van een referendum over de wenselijkheid van federalistische structuurhervormingen (de actie was tevens gericht tegen zetelaanpassing). Deze actie heeft succes gehad: 650.000 handtekeningen.
De regering staat nu voor een nog moeilijker en delicater probleem dan in juli jl., nl. de zetelaanpassing en de grondwetsherziening. Pas na de volgende verkiezingen kan de grondwet herzien worden, maar reeds nu moet bepaald worden welke artikelen voor herziening in aanmerking komen. De zetelaanpassing zou een ‘normale’ zaak moeten zijn, maar de Walen eisen unaniem dat deze, bij de komende grondwetsherziening, gekoppeld zou worden aan waarborgen tegen minorizatie. Al willen de Vlamingen - eveneens unaniem - zeker wel de grondwet herzien: van een dergelijke koppeling willen zij - althans de Vlaams gezinden, maar dezen bepalen voor een zeer groot deel de stemming in dit opzicht in het Vlaamse land - niet weten. (Voor het wat radicalere, tevens meer genuanceerde standpunt van de V.V.B., zie het interview met Mr. P. Daels in Neerlandia van oktober '63). Liefhebbers van een eierdans staat dus een fraai schouwspel te wachten. De regering heeft een ontwerp voor zetelaanpassing ingediend.
De B.S.P. heeft intussen in een bijzonder congres op 16 en 17 november een ‘vergelijk der socialisten’ aangenomen, met 881 tegen 102, bij 19 onthoudingen.
De Waalse oppositie hiertegen, onder enorme druk gezet, nam minder grote omvang aan dan algemeen verwacht werd: een tactisch succes, ongetwijfeld, voor de B.S.P.-leiding. Dit vergelijk komt op voor een zeer gematigde economische en een nog gematigder sociale decentralisatie, terwijl het op politiek gebied de Waalse minorizatievrees wil wegnemen door in één van de Kamers voor bepaalde wetgeving, die de Vlaams-Waalse verhouding raakt, een andere wijze van stemmen, dubbele meerderheid of iets dergelijks, in te voeren. Bijzonderheden zouden later onderzocht moeten worden. De beste typering van dit vergelijk gaf nog De (katholieke) Standaard: ‘voorzichtig, vaag en voorlopig.’
Een maand later, op 13, 14 en 15 dec., hield de C.V.P. een congres, gewijd aan hetzelfde probleem. In de besluiten werd aandacht besteed aan het vraagstuk van de culturele autonomie - gevraagd wordt de oprichting van kultuurraden met werkelijke bevoegdheden -, aan decentralisatie en deconcentratie van het staatsbestuur, maar, evenals in de B.S.P., lag het zwaartepunt bij de hervorming van de wetgevende macht. Nadat een aanvankelijk door het partijbestuur ingediend, veel verder strekkend voorstel onder druk van de Vlaamse vleugel ingetrokken was, werd besloten, dat voor bepaalde soorten wetgeving in beide kamers een meerderheid van 2/3 vereist zou dienen te zijn. Tevens wil men de zetelaanpassing voortaan automatisch doen plaatsvinden. Ongetwijfeld mede onder de indruk van de eenheid op het B.S.P.-congres, heeft het C.V.P.-congres deze besluiten met algemene stemmen aanvaard. B.S.P. en C.V.P. willen dus beide tegemoetkomen aan de Waalse vrees voor ‘minorizatie’ Ook het C.V.P.-voorstel is niet duidelijk in bijzonderheden uitgewerkt. Is het dus ook ‘voorzichtig, vaag en voorlopig’? Wij hebben het niet in De Standaard gelezen
Het congres van de federalistischgezinde oppositiepartij, de Vlaamse Volksunie, dat tegelijk met dat van de C.V.P. plaats vond, heeft zich heftig gekant tegen de voorstellen inzake een gekwalificeerde meerderheid, gedaan door B.S.P. en C.V.P. Hiermee vertolkt de Volksunie - dat is tenminste de stellige indruk - bepaald niet alleen de gevoelens van de eigen aanhang. Te verwachten is dat de georganiseerde Vlaamse Beweging als geheel nogal fel tegen het principe van de gekwalificeerde meerderheid zal opponeren. En de Wallinganten zijn ook niet of nauwelijks tevreden gesteld.
Het is dan ook de vraag, of zowel B.S.P.- als C.V.P.-vergelijk een lang leven beschoren zijn, want de actie gaat voort, aan Vlaamse en aan Waalse zijde. De indruk is, dat de regering en de leiding van de grote politieke partijen steeds moeilijker de federale vloed zullen kunnen keren. Beperkte hervormingen, die vroeger nog effect hadden kunnen hebben, missen nu door hun laattijdigheid de functie van politieke catalisator. Er is onmiskenbaar een zekere kortsluiting, zowel in Wallonië als in Vlaanderen, tussen de grote partijen en de actieve publieke opinie.
Een commissie uit de drie ‘nationale’ partijen (Soc., Lib. en Kath.) moet tenslotte zien tot overeenstemming te geraken over de grondwetsherziening, met name over de Vlaams-Waalse verhouding. In deze commissie hebben voor ieder van de drie partijen 2 Walen, 2 Brusselaars en 2 Vlamingen zitting (in de katholiek-Vlaamse pers klaagde men al over ‘minorizatie’ van het Vlaamse element in de commissie).
J.S. en W.