Tweede Vlaamse cultuurdag te Ekelsbeke
De traditie der Frans-Vlaamse Cultuurdagen is herrezen in de streek waar die het best thuishoren, nl. in Frans-Vlaanderen zelf. Dit jaar was het de tweede keer dat pastoor Decalf, aansluitend op het groot volksfeest dat hij reeds enkele jaren inricht, een zitting organiseerde die het ‘beschouwende’ luik van deze dag geworden is. Het belang ervan is, dat Frans-Vlamingen hier zelf de zaak helemaal in handen hebben en dat het publiek ook grotendeels uit Frans-Vlamingen bestaat.
Op zondag 1 september om 14 uur opende E.H. Decalf de zitting en heette de ruim 150 aanwezigen hartelijk welkom. Hij verheugde zich op deze dag, zo zei hij, die de dag van de Vlamingen van hier en van over de grenzen was.
Eerst kwam er een forum over het Nederlands onderwijs in Frans-Vlaanderen aan de beurt. Onder leiding van F. Pittery uit Brussel beantwoordden enkele lesgevers Nederlands een reeks vragen, waarbij zij hun methode en eigen problemen in het licht stelden. Zo sprak E.H. Maxime Deswarte over zijn colleges aan de katholieke universiteit te Rijsel. Zijn vijftal leerlingen - alhoewel niet-Nederlandstalig - maken goede vorderingen omdat ze - naar zijn woorden ‘het Vlaams in de oren hebben’, wat hun in staat stelt vrij vlug Hooft, Vondel en Bredero te lezen. Zijn cursus werd in 1926 door E.H. Despicht ingesteld.
E.H. Vandendriessche, die les geeft aan 7 klein-seminaristen te Hazebroek, die thuis allen Vlaams spreken, noemde zijn moeilijkste taak, hen met de zuivere A.B.N.-uitspraak vertrouwd te maken. Het belang van deze cursus ligt vooral op het beroepsplan en sluit trouwens aan bij een oude traditie van de Hazebroekse instelling.
Zuster Dominique nam een aparte plaats in tussen de forumleden: ze geeft namelijk les in België (te Leisele) aan Frans-Vlaamse meisjes uit gemeenten van de grensstreek. Ze leren er eerst en vooral A.B.N. om er gemakkelijker de lessen te kunnen volgen; dit geeft goede resultaten, o.m. doordat ze drie à vier jaar op dezelfde school blijven.
De laatste die in het raam van het forum ondervraagd werd was de heer Tilly uit Steenvoorde. Zijn cursus wordt gegeven op gemeentelijk vlak en werd in april van dit jaar officieel geopend op het gemeentehuis door burgemeester Ryckewaert. Twaalf leerlingen volgen trouw de cursus, hun ouderdom schommelt tussen 12 en 68 jaar. De heer Tilly somde nog even de voordelen op, die zijn leerlingen ondervonden bij het aanleren van het Nederlands: handelsbetrekkingen en het gemakkelijker aanleren van Engels en Duits.
Tot slot somde de forumleider de andere cursussen Nederlands in Frans-Vlaanderen op: te Kapelle (de heer Victoor), te Duinkerke en te Hondschote (E.M. Etienne Deswarte) en te Rijsel, nl. aan de staatsuniversiteit (Prof. Thijs) en in het Werk der Vlamingen (de heer Salembier).
Hierna kregen de toehoorders de gelegenheid te luisteren naar enkele gedichten, voorgedragen door Antoon Vanderplaetse, o.m. in het dialect ‘Ol weezjekante drie’ en in vertaling ‘Vlaams Land’ van Emmanuel Looten. De Winoksbergse dichter was trouwens in de zaal aanwezig en werd na de voordracht naar voren geroepen en hartelijk toegejuicht.
E.H. Decalf had vorig jaar reeds een hele oogst volksspreekwoorden verzameld en voorgedragen. Hij heeft intussen zijn speurtocht voortgezet en gaf dit jaar een overzicht van een nieuwe serie gezegden, gegroepeerd rond de thema's God, gezin en boerenleven. Belangrijk hierbij is dat alles recent opgetekend werd uit de mond van Ekelsbekenaren, hetgeen een goed bewijs is voor de levenskracht van onze taal in Frans-Vlaanderen. Hierna hield hij een warm pleidooi voor het spreken van het Vlaams en somde hiervan de voordelen op, waarbij hij zich vooral richtte tot de jongeren.
De zanger Gelnard uit Hazebroek zong dan een paar Frans-Vlaamse liederen (Reuzelied en Hopmarinneke) zoals ze door de volkstraditie overgemaakt zijn. De hele zaal herhaalde hierbij enthousiast het refrein.
Tot slot van de zitting reikte Luc Verbeke, die de heer André Demedts verving, de prijzen uit aan de leerlingen van de cursussen Nederlands. De prachtige boeken die als prijs dienst deden, waren geschonken door het Prins Bernhardfonds, het Algemeen Nederlands Verbond, de Kultuurraad voor Vlaanderen, het Noordstarfonds en de vereniging I.N.K.A.
In de tuin van het kasteel te Ekelsbeke was inmiddels een openluchtfeest begonnen met deelneming van groepen uit Kortrijk, Rijsel en Ekelsbeke, die muziek, volksdansen en vendelzwaaien ten beste gaven. Hierop aansluitend werd er in het kasteel zelf - waarvan een fiere Vlaamse vlag wapperde - een tentoonstelling gehouden van plaatselijke verzamelingen beeldhouwwerk en keramiek, alsmede van een paar Vlaamse interieurs.
Deze dag had eens te meer, in enkele concrete uitingen, de levenskracht van het Vlaamse element in de Westhoek bewezen en verstevigde tevens de banden tussen de delen van Vlaanderen.
LIESELOT VAN SON