Neerlandia. Jaargang 67

Kroniek

Nederland

Herdenking honderdste geboortedag Louis Couperus

Op 10 juni heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. Y. Scholten, een borstbeeld van Couperus overgedragen aan het Haagse gemeentebestuur; dit werd aanvaard door de burgemeester, mr. H.A.M.T. Kolfschoten.

Dit beeld zal geplaatst worden (die morgen was het slechts een model) aan het begin van de Surinamestraat, omdat de schrijver jarenlang in deze straat gewoond heeft op nr. 20, vlak bij ons Verbondskantoor. Hij heeft daar vele van zijn werken geschreven.

Vele belangstellenden, onder wie gemeentelijke autoriteiten, leden van het dagelijks bestuur en enige bestuursleden van de Haagse afdeling van het A.N.V., woonden de onthulling van dit mooie beeld, vervaardigd door de beeldhouwer L. Sondaar, bij.

Na deze korte plechtigheid, waar de staatssecretaris en de burgemeester kort het woord voerden, ging het grootste gedeelte van het gezelschap naar het geboortehuis van Couperus, Mauritskade 43. Daar had een ontvangst plaats door de huidige bewoner, het bureau Stenotyp. Meer dan een uur bleef men gezellig bijeen. Het woord werd gevoerd door een achterneef van Couperus, de heer A.J.D. Steenstra Toussaint (zie Neerlandia 5 bl. 80) en mej. mr. R. Stapel, bestuurslid van de Haagse afdeling, die een groot aandeel heeft gehad in de voorbereiding van deze geslaagde herdenking.

's Avonds was er in Pulchri Studio een bijeenkomst, georganiseerd door de Indische Kulturele Kring ‘Tong-Tong’, het Haags Cultureel Centrum, de Haagse Kunstkring, het Algemeen Nederlands Verbond en het Letterkundig Genootschap ‘Oefening kweekt Kennis’. Hier hield de Neerlandicus Rob Nieuwenhuys (Breton de Nijs) een sprankelende causerie ‘Louis Couperus: van Indische Mensen en Dingen’. Behalve familieleden van de schrijver, was hier ook de biograaf van Couperus, de 85-jarige heer Henri van Booven, aanwezig.

Na afloop bleven velen, onder wie bestuursleden van het A.N.V., nog geruime tijd in de Louis-XV-zaal bijeen.

F.K.

Het Prins Bernhardfonds

Evenals in vorige jaren vragen wij wederom de belangstelling van onze lezers voor het Prins Bernhardfonds.

[p. 126]

In Londen werd in augustus 1940 het Prins Bernhardfonds opgericht. Prins Bernhard nam het Regentschap van dit fonds, dat ‘vergroting van Nederlands aandeel in de geallieerde oorlogsvoering’ ten doel had, op zich.

In minder dan geen tijd was door de vrije Nederlanders over de wereld een bedrag van ruim f 21 miljoen bijeengebracht, waaruit jachtvliegtuigen, motortorpedoboten en ander materiaal konden worden bekostigd.

Na het zwijgen der kannonen werd besloten het Prins Bernhardfonds om te bouwen voor een vredestaak.

In oktober 1946 installeerde Prins Bernhard een nieuw bestuur.

Het Fonds tracht zijn doel te bereiken door het verlenen van financiële steun aan personen of organisaties voor al de zodanige arbeid, die de geestelijke weerbaarheid van het Nederlandse volk kan versterken.

Het Fonds kan ook zelf deelnemen aan arbeid tot bevordering van de cultuur in algemeen Europees verband.

Naast de arbeid van landelijk/nationale aard en die van regionaal/plaatselijk karakter heeft het Fonds nog vele andere taken.

Wij noemen het uitreiken van de ‘Zilveren Anjer’, door Z.K.H. Prins Bernhard als blijk van waardering voor personen, die in enigerlei vorm van onverplichte arbeid bijzondere verdiensten hebben verworven voor de Nederlandse cultuur of voor de cultuur van de volken van andere rijksdelen.

Voorts de ‘Martinus Nijhoff prijs’, één voor vertalingen in en één voor vertalingen uit het Nederlands.

In het jaar 1962-1963 werd niet minder dan f 2½ miljoen aan subsidies besteed. Ook het Algemeen Nederlands Verbond behoort al jaren tot de organisaties, die van het Prins Bernhardfonds voor zijn culturele arbeid subsidie ontvangt.

Om zoveel mogelijk aan de aanvragen voor subsidie, die telken jare toenemen, te kunnen voldoen is het dringend noodzakelijk dat ook de inkomsten belangrijk toenemen.

De onder de naam ‘Een op tien’ in dit jaar gehouden ‘nationale Anjerloterij’ zal, naar wij mogen verwachten, in belangrijke mate er toe bijdragen de nood aan meer inkomsten te lenigen.

Nederlandse volkszangweek

In november a.s. wordt een volkszangweek gehouden, die zoveel mogelijk is geplaatst in het kader van de Herdenking 1813-1963.

Deze week wordt gehouden van 11 tot en met 16 november; 11 november te Utrecht (promenadeconcert met volkszang), 12 november: (Nationale luisterwedstrijd); 13 november te 's-Gravenhage met medewerking van het Algemeen Haags Comité; 14 november te Rotterdam met medewerking van gemeentelijke autoriteiten, 15 november: ‘Zingende steden’ en zaterdag 16 november: sluitingsavond te Groningen.

Nadere bijzonderheden volgen in het orgaan van de Nederlandse Vereniging voor de Volkszang, in het bijzonder in het septembernummer.