Neerlandia. Jaargang 67
(1963)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 109]
| |||||||||||||||
[Nummer 7/8]Boycot of rondetafelIn Amsterdam bestaan twee verenigingen, die met ongetwijfeld nobele bedoelingen bezield, zich bezig houden met Zuid-Afrika, waar zij de rechten en belangen van de bantoes bedreigd achten. Het zijn het comité Zuid-Afrika en het studentencomité Zuid-Afrika. Op een eind juni gehouden bijeenkomst, waar een afgevaardigde van het Afrikaanse Nationale congres, de heer M. Msimang, uit Londen, sprak, hebben zij plannen voor het propageren van een boycot van Zuid-Afrika door Nederland aangekondigd. De besturen hebben - een en ander volgens een bericht in de NRC van 27 juni 1963 - de grote politieke partijen een brief geschreven, waarin om een actie tegenover Zuid-Afrika wordt verzocht, die ook opzegging van het culturele verdrag zou moeten insluiten. Wij achten zulk een actie verwerpelijk en schadelijk, en wel omdat zij
Een boycot tussen twee bevriende staten is natuurlijk onmogelijk. Tevoren zouden dus de politieke betrekkingen moeten worden verbroken, iets waartoe geen reden bestaat. Wie dit wenst, laadt een zware verantwoordelijkheid op zich. Zelfs t.a.v. Rusland en andere communistische landen, welker politiek t.o.v. hun verschillende bevolkingsgroepen de comités toch zeker niet goedkeuren, willen zij geen boycot Waarom dan juist tegen een volk van de drie, die wij in ons Verbond trachten bijeen te brengen en waarmee wij zoveel banden - ook imponderabele - hebben? Wij hebben de indruk, dat de comités geen flauw besef hebben van de gevolgen van een boycot. Hoewel hun oproep in ons land geen gehoor zal vinden, willen wij toch nu reeds krachtig verzet tegen zulk een funeste actie bepleiten. Een rondetafel van Nederlanders en Zuidafrikaners, zoals voorgesteld in een artikel van een onzer redactieleden in het Hervormd Weekblad dd. 3 augustus jl.Ga naar voetnoot*) lijkt ons het aangewezen middel om de bezwaren die hier worden gevoeld tegen de richtlijnen, welke men in Zuid-Afrika meent te moeten volgen, tot uiting te brengen. |
|