Neerlandia. Jaargang 67

A.N.V. Nieuws

Opgaan van het genootschap ‘De Nederlanden in Europa’ in het A.N.V.

Sedert meer dan een jaar zijn besprekingen gevoerd tussen het bestuur van het Algemeen Nederlands Verbond en het bestuur van het Genootschap ‘De Nederlanden in Europa’ om te komen tot een nog verdere stap dan de nauwe samenwerking, waartoe vroeger reeds besloten was nl. tot een opgaan van het Genootschap in het A.N.V. Het initiatief hiertoe is uitgegaan van het bestuur van het Genootschap. Een principiële overeenkomst werd reeds geruime tijd geleden gesloten. Men heeft hiervan kennis kunnen nemen in Neerlandia van juni 1962.

Ondertussen werd de Raad van Advies van het Genootschap door het bestuur geraadpleegd. Vervolgens werd op 16 maat jl. door het bestuur van het Genootschap en door het D.B. van het A.N.V. een nadere overeenkomst gesloten. Op 30 maart 1963 heeft het verbondsbestuur van het A.N.V. hieraan zijn goedkeuring gehecht. Op 11 mei 1963 deed de ledenvergadering van het Genootschap hetzelfde.

Het bestuur van het Genootschap heeft het initiatief tot deze stap genomen, omdat het tot het inzicht was gekomen, mede door de veranderde situatie in het A.N.V., waarvan de in behandeling zijnde wijziging van de statuten van deze vereniging een uitvloeisel is, dat het geen zin had om het Genootschap als zelfstandige vereniging naast het A.N.V. te laten voortbestaan, waar de doelstellingen en het werkterrein van beide verenigingen elkaar voor een zeer groot deel overlappen.

De overeenkomst luidt als volgt:

1.	Het Genootschap verdwijnt als zelfstandige vereniging, doch zal zijn werkzaamheid op het terrein van de Noord-Zuidwerking voortzetten als werkgroep van het Algemeen Nederlands Verbond in de zin van artikel 23 van het ontwerp-huishoudelijk reglement van het A.N.V. (betreft instelling van werkgroepen en commissies).
2.	De leden van het Genootschap zullen zich erover moeten uitspreken of zij al of niet lid willen worden van het A.N.V. In het bevestigende geval wordt men lid van een afdeling van het A.N.V., tenzij men er de voorkeur aan geeft rechtstreeks lid van het A.N.V. te worden.
3.	Het Genootschap als werkgroep van het A.N.V. zal ondergeschikt zijn aan het hoofdbestuur van het A.N.V., doch zal een grote mate van zelfstandigheid van werken behouden.
4.	De werkgroep zal voorlopig de naam ‘De Nederlanden in Europa’ dragen; het zal een eigen bestuur hebben, dat verantwoording verschuldigd is aan het hoofdbestuur van het A.N.V. De werkgroep zal bestaan uit personen, die zich actief met de sub 1 genoemde werkzaamheid zullen bezig houden. Het bestuur van de werkgroep kan, onder zijn verantwoordelijkheid, gebruik maken van de diensten van alle personen, die het voor een goede vervulling van zijn taak van belang acht.
5.	De werkgroep stelt jaarlijks een schema op van haar werkprogramma en een begroting (zo nodig tussentijds aan te vullen). Het hoofdbestuur van het A.N.V. beoordeelt de begroting en stelt het bedrag vast, waarover de werkgroep kan beschikken (indien nodig naderhand een aanvullend bedrag).
6.	Daar het Genootschap als zelfstandige vereniging verdwijnt, zal ook de Raad van Advies worden ontbonden. Het bestuur van het A.N.V. zal nagaan of deze raad geheel of gedeeltelijk aangezocht zou kunnen worden voor de te vormen adviesraad van het A.N.V.

Het is de bedoeling, dat van bovengenoemde werkgroep in eerste instantie deel uit zullen maken de leden van het huidige hoofdbestuur van het Genootschap, desgewenst aangevuld met die leden van het huidige Genootschap en van het A.N.V., die zich in het kader van de werkgroep werkelijk actief willen inspannen voor de Noord-Zuidwerking.

[p. 90]

Het huidige hoofdbestuur van het A.N.V. zal bij de eerstkomende verkiezing van het hoofdbestuur na de inwerking treding van de nieuwe statuten aan de algemene ledenvergadering van het A.N.V. voorstellen een vertegenwoordiger van de werkgroep ‘De Nederlanden in Europa’ te benoemen in het hoofdbestuur. Tot dit tijdstip zal de bestaande toestand, waarbij het Genootschap ‘De Nederlanden in Europa’ een adviserend lid aanwijst van het verbondsbestuur van het A.N.V., gecontinueerd worden. De heer J.P.M. Meuwese vertegenwoordigt thans ‘De Nederlanden in Europa’ in het verbondsbestuur van het A.N.V. Het was niet doenlijk dit laatste punt in de schriftelijke overeenkomst tussen beide besturen vast te leggen, omdat

a)	de nieuwe statuten van het A.N.V. nog niet aangenomen zijn,
b)	de algemene ledenvergadering van het A.N.V. volgens de nieuwe statuten de uitsluitende bevoegdheid zal verkrijgen tot het benoemen van de leden van het hoofdbestuur.

Gezien de huidige uitstekende verhouding en het bestaande wederzijdse vertrouwen tussen de besturen van beide verenigingen, is bovenvermeld ‘gentlemen's agreement’ er voldoende waarborg voor, dat de werkgroep ‘De Nederlanden in Europa’ in het hoofdbestuur van het A.N.V. op een passende wijze vertegenwoordigd zal zijn.

Zoals bekend, richtte het genootschap zijn werkzaamheden tot dusver vooral op het in studie nemen van concrete problemen op allerlei maatschappelijke terreinen en op het tot samenwerking brengen van personen en instellingen in Noord en Zuid, teneinde de bestaande barrières te doorbreken.

Het is de bedoeling, dat de werkgroep ‘De Nederlanden in Europa’ in het kader van het A.N.V. deze werkzaamheden zal voortzetten. Het hoofdbestuur van het A.N.V. kan dan allerlei aangelegenheden, vooral die van meer gespecialiseerde aard, aan de werkgroep overlaten. Het hoeft geen betoog, dat de werking van het A.N.V. hierdoor alleen maar aan waarde kan winnen.

In de nieuwe bestuursopzet van het A.N.V. is, zoals men weet, rekening gehouden met de vereisten voor een vruchtbare werking in de huidige tijdsomstandigheden, nl. specialisatie en studie op alle terreinen van het maatschappelijk leven. De Noord-Zuid integratie is niet alleen een kwestie van politieke wil, het is tegelijkertijd in toenemende mate een vraagstuk van politieke techniek, nl. hoe bestaande structuren om te buigen en aan te passen.

De bovenvermelde overeenkomst is een goede stap in het raam van de vernieuwing van het A.N.V.