Spellingskwestie
‘Wanneer ooit het voorstel herhaald werd om de sch in 't midden en aan 't slot der woorden te vervangen door een éénige s; wanneer men ooit verlangen mogt de hardlange e en o als eindklank eener lettergreep voor de enkele e en o te doen wijken; wanneer men ooit mogt wenschen de letter ij te verwisselen met ei, of geen verschil meer erkennen wilde tusschen de korte i-klank en de ie, ziet, dan zou gansch West-Vlaanderen opstaan, alléén en met andere provinciën van Nederland, om in verzet te komen tegen het geweld dat aan zijn' tongval niet alleen, maar aan het echte, waarachtige Nederlandsch werd aangedaan.
(Uit: H.Q. Janssen: ‘De belangrijkheid van het West-Vlaamsche dialect voor de Nederlandsche taal’, referaat gehouden op het VIIe Nederlands Congres te Brugge, op 9 sept. 1862.)