Prinsen Geerligsprijs uitgereikt
De Reina Prinsen Geerligs-prijs 1962 voor Nederland is toegekend aan de 25-jarige auteur Steven Membracht (pseudoniem) uit Amsterdam voor zijn roman ‘Het einde komt vanzelf’; de prijs voor Zuid-Afrika aan de eveneens 25-jarige Abraham Hendrik de Vries, die aan de universiteit van Amsterdam studeert, voor zijn verhalenbundels ‘Hoog teen die heuningkrans’ (1956), ‘Verlore erwe’ (1958), en ‘Vetkers en neonlig’ (1960). De uitreiking der prijzen geschiedde in de aula van de universiteit van Amsterdam.
Het was de dertiende keer dat deze prijs werd uitgereikt.
De voorzitter van de afd. Amsterdam van het A.N.V., Prof. Dr. Caron en de heer P. Korthuys, lid van het Verbondsbestuur, waren bij deze uitreiking aanwezig.
De jury, bestaande uit Nel Noordzij, Mies Bouhuys, J.W. Schulte Nordholt, Karel Jonckheere en Paul de Wispelaere, beoordeelde 45 inzendingen: 18 gedichtenbundels, 3 toneelstukken, 1 filmscenario, 23 romans en novellenbundels.
De jury voor de prijs voor Zuid-Afrika bestond uit: de professoren Dr. G. Dekker, Dr. D.J. Opperman, Dr. N.P. van Wijk Louw, Dr. W.E.G. Louw en Dr. H. van der Merwe Scholtz.