Neerlandia. Jaargang 66
(1962)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 173]
| |
G.J.B. StorkGa naar eindnoot*)
| |
[pagina 174]
| |
welke zeker niet te laag mag worden aangeslagen, daar hier de kijkers twee of drie programma's volgen en zeer goed weten wat goed en wat slecht is. Deze kijkers zijn over het algemeen zeer kritisch, hetgeen men zich in het westen onvoldoende schijnt te realiseren. Bij vergelijking van het Nederlandse en het Duitse programma valt ons direct op, laten we het maar ronduit zeggen, een voor ons ergerlijke geborneerdheid van de samenstellers van het Nederlandse programma. De mentaliteit, welke wij uit de programma's proeven, is voor ons onvoorstelbaar. Het niet over de muren van het eigen kringetje kunnen of willen zien is voelbaar evenals het alleen maar belangrijk vinden van gebeurtenissen in eigen vertrouwd gebied. Ook het te snel tevreden zijn met verkregen resultaten spreekt vaak uit onderdelen van het Nederlandse program. Met dezelfde kosten zouden opnamen belangrijk beter kunnen zijn, wanneer vooraf wat meer studie van het te behandelen onderwerp was gemaakt. Hier enkele factoren, welke het kijken naar Duitse programma's in het oosten bevorderen. Ondanks 10 jaren Nederlandse televisie zijn de omroepverenigingen er nog niet in geslaagd de uitzendingen tot een nationaal niveau op te voeren. Met de Randstad Holland houdt voor de Nederlandse televisie Nederland op en terecht blijkt dit uit de uitzendingen, welke een zuiver regionaal karakter dragen. In het nieuws b.v. besteedt men liever drie minuten aan de opening van een speeltuin in Amsterdam dan aan een belangrijk regionaal gebeuren in de randgebieden. Een kwestie van geld, zo wordt in Hilversum beweerd. In het oosten wordt deze dooddoender niet geaccepteerd. De West-Deutsche Rundfunk, een regelmatige gast in ons gebied, zendt naar belangrijke gebeurtenissen in ons gewest een reporter met een filmcamera. Het resultaat is zeer bevredigend en het gesproken woord erbij vaak frappant juist. Waarom kan Hilversum dit niet, wanneer men bovendien weet, dat gaarne van alle zijden hulp wordt geboden? Tal van braakliggende gebieden in de maatschappelijke en culturele sector laten de Nederlandse televisiemensen onberoerd en zij onthouden hun kijkers in de Randstad zodoende de nodige voorlichting. Wij hebben de indruk, dat juist in de grensgebieden, waar men gelegenheid heeft meer dan één programma te volgen, veel hogere eisen aan t.v. worden gesteld dan in het westen. | |
Is buitenlandse beïnvloeding merkbaar?De vraag of een dagelijkse beïnvloeding door de Duitse televisie een blijvende indruk bij de Nederlandse kijkers achterlaat meen ik bevestigend te moeten beantwoorden. De Duitse commerciële uitzendingen b.v. hebben evenals in Limburg ook hier de vraag doen ontstaan naar Duitse artikelen. Het maken van excursies naar het Duitse grensgebied is de laatste jaren belangrijk toegenomen, maar dit behoeft niet uitsluitend een gevolg te zijn van het kijken naar de Duitse t.v., daar hier ook de culturele uitwisselingen in beide gebieden een rol spelen. Wel moet gezegd worden, dat de Duitsers meesterlijk de kunst verstaan de schoonheid van hun land te verkopen. Of aan deze dagelijkse beïnvloeding gevaren zijn verbonden en zij om bepaalde redenen als minder wenselijk moet worden geacht is een vraag, welke zowel met ja als neen zou kunnen worden beantwoord. Het nationaal bewustzijn der kijkers wordt door die beinvloeding in geen enkel opzicht aangetast, daar dit hier te zeer verankerd is. In het licht van een zich verenigend Europa is oriëntatie over de nationale grenzen heen alleen maar toe te juichen, mits die oriëntatie er niet toe leidt, dat de belangstelling voor eigen zaak vermindert. Dit laatste zal hier en daar zeker het geval zijn en dit is te betreuren. Het goede in eigen land wordt minder onderkend en alleen wat het buitenland nog biedt is goed. Dit gevaar is er, al is dit concreet niet te bewijzen. Zeker is ook, dat in bepaalde kringen de nationale maatstaven vervagen. Het niet volgen en beleven van de eigen cultuur en het onbewust aannemen van andermans gewoonten moeten zeker als een verlies voor ons beschouwd worden. De Nederlandse televisie is als nationale instelling in haar taak te kort geschoten en naar wij blijven geloven niet als gevolg van een tekort aan geld. |