De tweede mars op Brussel
Met verwijzing naar de verslagen in de pers over de Tweede Mars op Brussel, willen wij hier alleen één vraag beantwoorden, nl. of deze mars, naast zoveel entoesiasme en enkele gekwetsten, ook directe praktische vruchten afwierp?
Blijkbaar wèl, want onmiddellijk na de Mars viel bij alle Belgische politieke instanties een tot-dan-toe ongekende bedrijvigheid waar te nemen. Er werd in een verbijsterend tempo vergaderd, gediscussieerd en opgericht, en dit alles om de Vlaams-Waalse verhoudingen te normaliseren. Reeds de eerste dag na de Mars kwam het bureau van de Belgische Socialistische Partij bijeen, onder leiding van haar voorzitter Collard, om een oplossing te vinden voor het Vlaams-Waals probleem. De Heer Vermeylen, minister van Justitie, werd aangeduid om documentatie hieromtrent te verzamelen, en de socialistische minister Spaak, die zich steeds afzijdig heeft gehouden van dit probleem, heeft beloofd zich voortaan actief met de zaak bezig te houden. Begin december zal de B.S.P. hierover een congres inrichten.
Ook de andere regeringspartij, de Christelijke Volkspartij, dringt, bij monde van haar voorzitter Vanden Boeynants, aan op een spoedig nationaal akkoord. Hij verklaart zich voorstander van elke maatregel, die een oplossing kan brengen voor de Vlaams-Waalse betrekkingen. Dit verklaarde hij twee dagen na de mars...
Niet alleen de drie traditionele partijen, maar ook de regering zèlf is één en al activiteit. De eerste minister Theo Lefèvre, - die de Mars betreurt - verklaarde twee dagen na de Mars, dat men op een nieuwe basis constructieve oplossingen moet vinden voor de geschillen die Vlamingen en Walen verdelen, want België is een van de landen in Europa waar de instellingen nog niet aan de naoorlogse evolutie werden aangepast.
En het resultaat van al die ‘woorden’? Drie dagen na de Mars maakte de regering officieel een begin met de procedure, die tot grondwetsherziening moet leiden en waartoe al eerder plannen waren gemaakt. Er werd een werkgroep geïnstalleerd, waarvan de ministers Lefèvre, Spaak, Seghers, Gilson, Vermeylen en Merlot deel uit maken. Deze werkgroep, die nog met andere vooraanstaande persoonlijkheden moet worden aangevuld, moet deze grondwetsherziening op punt stellen.
Dat deze versnelde activiteit na de Mars op gang werd gebracht zal wel geen toeval zijn.
Ook een specifieke eis van de betogers van de Mars, nl. de zetelaanpassing, werd op de officiële politieke werktafel gelegd. Deze zetelaanpassing zal 500.000 Vlamingen, die momenteel niet in het parlement vertegenwoordigd zijn, ten goede komen. Ook hier schijnt de Mars een werkelijke stimulans te zijn geweest.
J. Soenen.