[Nummer 10]
Bemoeizieke Hollanders?
Dr. Paardekooper is een aantal maanden geleden door vele Vlamingen van harte toegejuicht, door andere Vlamingen voor bemoeial enz. uitgekreten. Prof. Geyl kreeg eenzelfde soort ontvangst na zijn toespraak op de IJzerbedevaart. Weliswaar was er veel verschil in beider optreden, maar de reactie op dit optreden vertoonde in beide gevallen een grote gelijkenis. De verwijten van de leiding van de Vlaamse socialisten aan het adres van Prof. Geyl zijn in de grond van de zaak terug te voeren op anti-clericalisme en op het feit, dat vele, vooral jonge figuren in de Vlaamse vleugel van de B.S.P., ontevreden zijn over de houding van die leiding op Vlaams gebied. De verontwaardiging, die met name de onder-voorzitter van de B.S.P. toont over Geyls bemoeienis met Belgische binnenlandse aangelegenheden lijkt toch enigszins buiten proportie te zijn. Hij zou Geyl vermoedelijk wèl toegejuicht hebben als deze elders in het straatje van de Belg. Soc. Partij-leiding gepraat had.
Trouwens, het succes van Geyl en Paardekooper bij diegenen, die hem toejuichen, komt ook wel ten dele voort uit het feit, dat ze Noord-Nederlanders zijn. De bij vele Vlaamsgezinden op de achtergrond aanwezige, begrijpelijke teleurstelling over het tekort aan steun uit het Noorden verklaart mede de enorme bijval voor Nederlanders, die wèl onverbloemd de flamingantische trompet blazen. In het Noorden zijn sympathie en begrip voor de Vlaamse zaak stilaan groeiende, maar zal een massale deelneming van Noord-Nederlanders aan marsen op Brussel ooit meer dan een wensdroom (of) nachtdroom zijn?
De Noord-Nederlander wordt het moeilijk gemaakt. Als hij zich niet om de Vlaamse kwestie bekommert, krijgt hij verwijten te horen; als hij metterdaad veel belangstelling toont, loopt hij dezelfde kans.
Ons inziens mogen Noord-Nederlanders en Vlamingen zich gerust met elkaars aangelegenheden bemoeien, zeker als het hierbij gaat om de gemeenschappelijke Nederlandse cultuur. Bovendien maakt de Europese integratie het begrip binnenlandse aangelegenheid wel wat problematisch. Natuurlijk is het gewenst een zekere tact te bewaren. Gewenst is het ook, dat men enige kennis van de zaken aan de andere kant van de grens heeft. Dit, voorzover het personen betreft. Voor verenigingen ligt de zaak misschien iets delicater.
Voor het Algemeen Nederlands Verbond, een vereniging waarvan Noorden Zuid-Nederlanders deel uitmaken, is als stelregel vastgesteld: Het A.N.V. schaart zich in grote lijnen achter de Vlaamse Beweging, maar neemt geen standpunt in ten aanzien van mogelijke oplossingen van de Vlaamse kwestie, waarover de Vlaamsgezinden zelf scherp van mening verschillen.