In deze bibliotheek zal de geschiedenis der Nederlanden in hun bloeiperiode meer bekendheid en ook meer waardering krijgen. Nu minister Cals de voldoening heeft gekregen, dat zijn ontwerp Mammoetwet door de Staten-Generaal werd aanvaard, zal volgens mr. Debrot op de Antillen vóór alles moeten worden begonnen met het nieuwe type-school, het atheneum, waaraan in de Antillen een grote behoefte bestaat.
Mr. J.M.L.Th. Cals, minister van O.K. en W. in Nederland, merkte op dat voor onderwijs en cultuur de samenwerking niet nadrukkelijk is vastgelegd in het Statuut. Dat is ook vanzelfsprekend. Cultuur en onderwijs zijn diep geworteld in het eigen volk, in het eigen land. Men kan dus ook niet spreken van een Koninkrijkscultuur. Cultuur moet groeien en tot nieuw leven komen. Daarom acht hij juist op dit gebied de autonomie van zo grote betekenis. Zowel de Limburger als de Antilliaan mag zich ‘civis Neerlandiae’ noemen en dient hecht samen te werken met allen, die aan de beschaving en de cultuur van Nederland in het Koninkrijk bijdragen.
Minister Cals stelde de vraag of de samenwerking van thans niet zou kunnen uitlopen op een wisselwerking. Over het onderwijs, hoewel een zuiver autonome taak van de drie landen, zal z.i. de Adviesraad in het algemeen dienen te spreken. Van voorlichting op de scholen verwacht hij goede resultaten. Door uitwisseling van programma's wil Nederland een beter begrip krijgen van het eigene van land en volk van Suriname en van de Antillen. Mr. Cals noemde voorts het door de Adviesraad, gestimuleerde Taalbureau waar de specifieke Surinaamse taalproblemen worden bestuurdeerd; ook de Nederlandse taal wordt er bestudeerd. Minister Cals bracht hierbij in herinnering de toekenning van de hoogste onderscheiding door de Amsterdamse universiteit aan Lou Lichtveld (Albert Helman), die zoveel heeft gedaan op het gebied van de taal.
De minister van onderwijs en volksontwikkeling van Suriname, de heer A.J. Morpurgo, gaf in zijn toespraak een overzicht op welke wijze uitvoering is gegeven aan de verleden jaar op de conferentie van Piscadera vastgestelde negen aanbevelingen. In het leven werden geroepen de stichting tot voorbereiding van de instelling van een wetenschappelijk instituut en de stichting voor wetenschappelijk taalonderzoek. Over een centrale wetenschappelijke bibliotheek zijn reeds uitvoerige rapporten ontvangen. Over een rapport betreffende het Javaans wordt reeds beschikt.
Verschillende reeds ontvangen praeadviezen op taalkundig gebied zullen straks kunnen worden dienstig gemaakt aan het onderwijs.
Uit dit alles blijkt wel - aldus de heer Morpurgo - dat de raad geen ornament is, maar dat op practische resultaten kan worden gewezen, die hoopvol lijken voor de toekomst.
Mededelingen O.K.W. nr. 35.