Enkele cijfers over Belgisch Limburg
Over de provincie Belgisch Limburg met zijn voortvarende gouverneur, Z.E. dr. L. Roppe, gaf de Bond, weekblad van het grote en van het jonge gezin in zijn nummer van 1 juni opmerkelijke cijfers.
De bevolking nam sedert 1880 (210.851 zielen) toe tot 571.655 in 1960. In 1970 verwacht Limburg 672.000 en in 1975 reeds 728.000 inwoners te tellen.
In de periode 1947-1960 werd de volgende aanwas geconstateerd.
België: |
7,8% |
Antwerpen: |
11,5% |
Luxemburg: |
2,4% |
Limburg: |
24,15% |
De Bond verwacht, dat Limburg een grootse toekomst tegemoet gaat. De Limburgse Economische Raad heeft onder leiding van zijn dynamische voorzitter, gouverneur Roppe, reeds baanbrekend werk verricht. Zo hebben zich nieuwe industriën gevestigd in Hasselt, Genk, Tessenderlo, Overspelt, St. Truiden, Tongeren, Hamont, Bree enz.
In het kader van een steeds sterker wordende Europese Economische Gemeenschap neemt Limburg een zeer gunstige geografische ligging in.
Toch zal met een versnelde industrialisatie het vraagstuk der werkloosheid (het ritme van de nieuwe werkgelegenheden houdt nog geen gelijke tred met de toeneming van de actieve bevolking dat zijn de werkende mannen tussen 15 en 65 jaar) moeten worden opgelost. Niet minder dan 25.000 Limburgers werken nu nog buiten de provincie.
De landbouw in Limburg geeft geen oplossing meer voor het vraagstuk van de noodzakelijke werkgelegenheid.
In 1856 behoorde 68% van Limburgs bevolking nog tot de landbouw, in 1947 was dat cijfer gedaald tot 21% en deze daling gaat door.