[De algemeen-Nederlandse integratie (vervolg)]
Dit is slechts één, mij toevallig bekend, voorbeeld. Dr. Van Haegendoren heeft een aantal andere aspecten van het volksontwikkelingswerk behandeld.
Het zal wellicht nog een paar jaar duren, alvorens de culturele autonomie doorgevoerd zal zijn, zulks na misschien enkele voorbijgaande tussenoplossingen, die voort zullen vloeien uit partijpolitiek, en die in wezen niemand bevredigende compromissen zullen zijn. De geschiedenis van de Vlaamse Beweging kent hiervan voorbeelden te over. Al zal dus een blijvende oplossing van de culturele autonomie nog wel enkele jaren op zich laten wachten, het is niettemin noodzakelijk, dat de Vlaamsgezinden - willen ze tenminste een culturele integratie, die méér omvat dan de literaire en aanverwante gebieden - nu de wenselijke draagwijdte van de culturele autonomie gaan beseffen en zich er actief mee gaan bezighouden. Met name zullen ze, om nogmaals het zwaarwegende aspect van het onderwijs te noemen, bij een eventuele regeling op unitaire basis van de levensbeschouwelijke en daarop berustende financiële modaliteiten van het onderwijs, het vraagstuk van de onderwijsstelsels daarvan streng moeten zien te scheiden. Is eens een definitief statuut tot stand gekomen, dan zal dit uiteraard niet zo gemakkelijk weer op losse schroeven gesteld worden.
Het besef van de noodzaak van een algemeen Nederlandse culturele integratie zal daarom in Vlaanderen snel in brede kring moeten doordringen. Maar dat men in Vlaanderen daar nog nauwelijks aan toe lijkt te zijn, bewijst de in hoge mate verwarring scheppende discussie rondom de culturele autonomie. Een veeg teken in dit opzicht is o.a., en het is m.i. een bijzonder illustratief voorbeeld, dat bij een kwestie, die ook in het middelpunt van de belangstelling staat - de uitbreiding van het technische en natuurwetenschappelijke H.O. -, niemand voorzover mij althans bekend, er zelfs aan schijnt te denken, dat in Eindhoven een T.H. gevestigd is, die een haast natuurlijk achterland heeft in N.O. België, terwijl toch juist in de technische wetenschappen, in tegenstelling tot de humanoria, het vraagstuk van de effectus civilis een vrij gering belang heeft. Enkele simpele maatregelen zouden de T.H.-Eindhoven ook aantrekkelijk kunnen maken voor Vlaamse studenten. Die maatregelen (b.v. inzake studiebeurzen) kunnen zelfs genomen worden zonder culturele autonomie.