A.N.V. Nieuws
Kort verslag
van de verbondsbestuursvergadering gehouden op 12 mei 1962 te 's-Gravenhage
De verbondsbestuursvergadering was speciaal belegd ter bespreking van het advies uitgebracht door de eind vorig jaar ingestelde commissie voor het opstellen van enkele gedachten en nieuwe richtlijnen voor het Verbond. Zoals reeds in het verslag van de verbondsbestuursvergadering van 7 april jl. is opgemerkt (zie het aprilnummer van ‘Neerlandia’) ging het in het bijzonder om een betere formulering van de doelstelling van het Verbond en om een herziening van de organisatievorm.
Bij de aanvang van de vergadering heette de voorzitter, de heer Koote, in het bijzonder welkom de heer H.A. Kemmink, die door de afdeling Aruba als afgevaardigde in het verbondsbestuur is benoemd.
De voorzitter wees erop, dat het de bedoeling is in deze vergadering tot een afgerond voorstel aan de a.s. algemene verbondsvergadering te komen. Dit voorstel zal dan in de algemene verbondsvergadering worden besproken om daarna als richtlijn te dienen voor de commissie, die belast is met het opstellen van een ontwerp nieuwe statuten en huishoudelijk reglement voor het Verbond. Dit ontwerp zal te zijner tijd aan de afdelingsbesturen worden toegezonden en na goedkeuring door het verbondsbestuur ter uiteindelijke beslissing aan de algemene verbondsvergadering worden voorgelegd.
Wat betreft de doelstelling van het Verbond was de vergadering het ermee eens, dat in de eerste plaats daaruit de eenheid in het Verbond duidelijk moet blijken. Zonder te kort te doen aan de beginselen, die de basis vormen van het Algemeen Nederlands Verbond, liggen de verschillende belangensferen, waarmede het Verbond heeft te maken, echter niet in eenzelfde vlak. Zo moeten van elkaar worden onderscheiden, de noodzakelijke culturele integratie der Nederlanden in West-Europa, de samenwerking met verwante cultuurgemeenschappen en de betrekkingen met Nederlandstaligen elders in de wereld. Het is daarom wenselijk, dat het bestuur duidelijke richtlijnen heeft voor de uitvoering van zijn werkzaamheid. De vraag rees of meer gespecificeerde richtlijnen in de statutaire doelstelling tot uitdrukking dienen te komen, dan wel er de voorkeur aan moet worden gegeven in de statuten op te nemen een korte algemene formulering van het doel en elders een duidelijk omschreven uitwerking daarvan. De vergadering was van oordeel, dat aan het laatste de voorkeur moet worden gegeven in die zin, dat aan de statutencommissie zal worden opgedragen in de korte statutaire doelstelling tot uitdrukking te brengen ‘de versteviging van de saamhorigheid tussen alle Nederlandstaligen onderling èn met hun stamgenoten, alsmede het bevorderen van hun gemeenschappelijke belangen’, met de bepaling in de statuten dat een nadere uitwerking daarvan in het huishoudelijk reglement zal worden neergelegd. Ten aanzien van de middelen ter bereiking van het doel stelt het Verbondsbestuur voor in de statuten alleen te vermelden:
‘alle wettige middelen, welke aan het doel van de vereniging bevorderlijk kunnen zijn’ en een gedetailleerde opsomming der middelen in het huishoudelijk reglement op te nemen.
De vergadering kon zich verenigen met het advies van de commissie een verandering aan te brengen in de organisatievorm van het Verbond. Reeds eerder werd aanbevolen de mogelijkheid open te stellen tot het benoemen van een groter aantal leden van het Dagelijks Bestuur. In het verbondsbestuur is voorts de behoefte gevoeld in dit college, behalve het Dagelijks Bestuur, voor een bepaalde tijdsduur - met de mogelijkheid van direct ingaande herkiezing - tot leden te benoemen personen, die naast geschiktheid voor het verbondswerk in zijn geheel op een bepaald terrein, waarmede het A.N.V. voortdurend te maken heeft, als deskundig kunnen worden aangemerkt. Zodanige terreinen van werkzaamheid kunnen onder meer zijn: de Nederlanden in Europa, Zuid-Afrika, Suriname en de Antillen, Frans-Vlaanderen, West-Duitsland, jeugd en onderwijs, ‘Neerlandia’, pers en propaganda en boekverspreiding. Verschillende dezer taken zullen waarschijnlijk door één persoon kunnen worden vervuld.
Het bestuur zal voorts werkgroepen of commissies voor een meer op zich zelf staande werkzaamheid kunnen benoemen, waarvan een afgevaardigde uitgenodigd kan worden aan bestuursvergaderingen deel te nemen.
Het is voorts de bedoeling bij een nieuwe organisatorische opzet niet meer te spreken van verbondsbestuur maar van hoofdbestuur.
Voorgesteld zal worden aan de algemene verbondsvergadering, waarin evenals nu het stemrecht zal worden uitgeoefend door vertegenwoordigers van de afdelingen, meer bevoegdheden dan onder de huidige statuten toe te kennen, waaronder het benoemen van de leden van het hoofdbestuur en van het Dagelijks Bestuur, alsmede de leden van de hierna te noemen adviescommissie, de beoordeling van het beleid van het hoofdbestuur en van het Dagelijks Bestuur, de vaststelling van de jaarlijkse begroting en de goedkeuring van de jaarlijkse rekening en verantwoording. In te stellen ware een adviesraad, wiens taak zal zijn het uitbrengen van advies aan het hoofdbestuur over alle aangelegenheden de vereniging betreffende.
Ten einde de band tussen de afdelingsbesturen in Nederland resp. in Vlaanderen te verstevigen sprak het verbondsbestuur de wens uit, dat deze op bepaalde tijden met een of meer leden van het Dagelijks Bestuur bijeenkomen ter bespreking van onderwerpen van gemeenschappelijk belang.
Aan de statutencommissie zal worden gevraagd na te willen gaan op welke wijze bij de voorgestelde nieuwe organisatievorm een zekere zeggenschap kan worden toegekend aan bevriende verenigingen, waarmede het Verbond een speciale overeenkomst heeft gesloten.
Nadat de voorzitter enkele vragen over onderwerpen van algemene aard had beantwoord en nog eens was gewezen op het belang van de band met onze landen stamgenoten in Zuid-Afrika en op de Antillen sloot de voorzitter de vergadering onder dankzegging aan alle aanwezigen.