Open antwoordbrief aan vriend en vijand!
De redactie van Neerlandia heeft gemeend Dr. P.C. Paardekooper in de gelegenheid te moeten stellen aan de honderden, die hem geschreven hebben n.a.v. zijn bekende radiolezingen, getiteld ‘Er zijn geen Belgen’, en de uitgave in boekvorm daarvan, en aan wie hij onmogelijk allemaal afzonderlijk kan antwoorden, door middel van een open brief toch iets van een antwoord te doen geworden.
De heer Paardekooper is door zijn radtovoordrachten plotseling in noord en zuid in brede kring een bekende figuur geworden.
Hij heeft in Nederland meer belangstelling voor de Vlaamse kwestie wakker geroepen dan honderd academische betogen zouden kunnen doen.
Het is niet te verwonderen, dat zijn optreden - voor de radio, maar vooral daarna in enkele openbare vergaderingen in Vlaanderen - tot een haast hysterische uitbarsting in bepaalde Franstalige kringen geleid heeft en dat zekere Franstalige kranten hem allerlei fraaiigheden naar het hoofd werpen.
Het heeft ons wel pijnlijk getroffen, dat de Belgische regering gemeend heeft op de eis van deze kranten in te moeten gaan door de heer Paardekooper een spreek- en inreisverbod in België (na een interpellatie door de volksvertegenwoordigers Van der Elst (VU) en Vandamme (CVP) omgezet in een soort voorwaardelijk vonnis) op te leggen.
Het gaat toch wel al te ver, als Noord-Nederlanders zich in België niet meer mogen uitspreken over een aangelegenheid, die ook hun niet onverschillig kàn en màg laten, nl. de positie van hun eigen cultuur in het nabuurland.
Het enige bovendien wat de regering hiermee bereikt heeft is, dat de reacties van Vlaamse zijde een bijzonder scherpe vorm hebben aangenomen; een door haar niet gewenst en dus averechts resultaat.
Het besluit van minister Vermeylen is dus zowel onaanvaardbaar - om principiële redenen - als onverstandig.
De Nederlandse lezer wijzen we erop, dat de titel van de lezingen een gevleugeld woord is in België.
Het is nl. de befaamde aanhef van een open brief, die de bekende Waalse socialist Destrée, in latere jaren minister van kunsten en wetenschappen en minister van State, in 1911 richtte tot koning Albert I (‘Sire, il n'y a pas de Belges...’).
Voor een bespreking van Dr. Paardekooper's in boekvorm uitgegeven lezingen verwijzen wij naar de rubriek boekbesprekingen in dit nummer.
Red.
U wilt natuurlijk ook bij mij graag precies weten waar u aan toe bent; u hebt gelijk. Eerst dus even een klein zelfportret.
Ik ben geboren Zuidhollander maar woon in Noord-Brabant, ik ben katholiek maar geen K.V.P.'er, ik heb in Leiden gestudeerd maar ben in Utrecht en Leuven gepromoveerd, ik ben taalkundige maar taalpolitiek interesseert me sterk, ik leef graag heel rustig en zonder één vergadering maar sommige dingen zijn zo belangrijk dat ik tijdelijk bereid ben om een stuk van die rust op te geven. Vlaanderen is er één van.
Toen ik direkt na de bevrijding een paar jaar in Leuven ging studeren, werd me de volslagen onkunde duidelijk die vrijwel alle Nederlanders hebben ten aanzien van Vlaanderen. Ik heb toen een paar keer voor de Hilversumse mikrofoon een brokje voorlichting proberen te geven op dat punt, maar daar kwam geen enkele reaktie op. Ik had net zo goed een knipkursus kunnen geven van twee kwartier. Een handschriftje dat een zelfde voorlichting bedoelde te zijn, vond nooit een uitgever en zo besloot ik dat andere mensen blijkbaar geschikter waren voor het moeilijke vak van voorlichter als ik. Ik had trouwens wetenschappelijk werk genoeg.