Kroniek
Benelux
Aan een beschouwing van Mr. F.G. van Dijk: ‘Vijf jaren Beneluxparlement’ in Benelux-nieuws, jan.-febr. 1962, ontlenen wij het volgende:
‘Het Beneluxparlement is ‘raadgevend’. Het neemt geen eindbeslissingen. Benelux kent geen supernationale opzet. De waarde van de besluiten en adviezen van de Raad zal bepalend zijn voor hun invloed. Al naarmate het vertrouwen in de wijsheid van de genomen Raadsbesluiten en -adviezen bij de nationale volksvertegenwoordigingen toeneemt zullen vraagstukken, die in de Raad zijn behandeld in die nationale volksvertegenwoordigingen minder intensief behandeld worden. Naar die mate zal dus de invloed van de Raad stijgen.
Hoewel dus de Raad ‘raadgevend’ is, toch zal men kunnen vaststellen dat hij in feite een recht van ‘quasi’ of ‘preamendement’ uitoefent. Dit recht werd trouwens door de regeringen stilzwijgend erkend. Zulks is wel gebleken bij de behandeling van het verdrag over de instelling van een Economische Benelux-Unie waarvan sprake hierna.
Reeds direct bij het begin had de Raad een belangrijk advies uit te brengen. De drie regeringen legden het Verdrag tot instelling van een Economische Unie na de parafering, doch vóór de ondertekening, om advies aan de Raad voor. De Raad heeft advies uitgebracht. Dit advies bevatte voorstellen tot een aantal wijzigingen in het verdrag. Die wijzigingen hadden betrekking op versterking van de controlebevoegdheid van de Raad op de toepassing van bepaalde ‘clauses de sauvegarde’. De drie regeringen namen een deel van deze wijzigingsvoorstellen over. De Raad oefende hier dus in feite een soort recht van amendement uit.
Op de weg naar de eenmaking van het recht schrijdt Benelux langzaam voort. In behandeling of afgehandeld zijn:
het Ontwerp-verdrag tussen België, Nederland en Luxemburg betreffende de rechterlijke bevoegdheid, betreffende het faillissement en betreffende het gezag en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van authentieke akten;
het Ontwerp-Beneluxverdrag en een eenvormige wet inzake de Warenmerken;
het Ontwerp van Verdrag over de samenwerking inzake regeling van in-, uit- en doorvoer;
de Overeenkomst inzake verlegging passencontrole buitengrenzen;
de Ontwerp-overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de artikelen 55 en 56 van het Benelux-Unie-Verdrag;
het Ontwerp-verdrag betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen;
het Ontwerp-verdrag aangaande uitlevering en rechtshulp in strafzaken;
het Ontwerp-protocol betreffende burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor ambtenaren die optreden op het gebied van een andere partij.
De debatten over de regelingen tot eenmaking van het recht reiken reeds nu geheel over de nationale indeling heen. Zo vraagt b.v. de Raad bij unanimiteit de instelling van een Benelux-Hof. Zonder een dergelijk hof voert de eenmaking van wetgeving nog niet tot eenmaking van het recht. Deze eenmaking van het recht kan een van de sterkste factoren zijn, die tot samengroeiing van de drie volken zal kunnen leiden. Hier is b.v. Benelux iets verder dan de Europese Gemeenschap, waar nog maar bescheiden eerste stappen in die richting werden gedaan.
Een punt, waarop de Beneluxraad van den beginne af aan heeft aangedrongen is de harmonisatie van de belastingsystemen. Hier is de feitelijke toestand zeer onbevredigend. Het debat over de Economische Unie en de gemeenschappelijke buitenlandse politiek brengt elk jaar zowel de verschilpunten, die nog steeds bestaan, als de punten waar de nationale verschillen zijn overbrugd, in de openbaarheid van een politiek debat.