A.N.V. Nieuws
De taak van het A.N.V.
voortzetting van de discussie in het nov.- en dec. nummer 1961 van Neerlandia
Houd koers A.N.V.
Het grondprincipe van het A.N.V. dient onverkort gehandhaafd
Dr. W.A. Veenhoven
voorzitter van de afdeling 's-Gravenhage e.o. van het A.N.V.
De stellingen, door Dr. A.W. Willemsen in het decembernummer van ‘Neerlandia’ verdedigd, nopen mij tot een wederwoord. Hiermede wil niet gezegd zijn, dat ik niet in velerlei opzicht de zienswijze van Dr. Willemsen zou kunnen aanvaarden. Inderdaad is het Algemeen Nederlands Verbond geen specifiek Noordnederlandse vereniging ‘die ook elders vertakkingen heeft’. Evenzeer kan de propaganda voor Nederland in het buitenland ongetwijfeld worden toevertrouwd aan de vereniging ‘Nederland in den vreemde’, terwijl de kwesties van taalzorg bij ‘Onze Taal’ en de ‘Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal’ zeer zeker in goede handen zullen zijn.
Echter, het principiële verschilpunt tussen Dr. Willemsen en mij, is de verhouding tot onze stamgenoten in Zuid-Afrika. Voor mij is de solidariteit van de Nederlandse stam het grondprincipe van het Algemeen Nederlands Verbond en aan deze solidariteit wordt door Dr. Willemsen in zijn betoog wel degelijk afbreuk gedaan.
Wij hebben steeds de letters A.N.V. verklaard als Afrikaners, Nederlanders en Vlamingen, de drie barken op de omslag van ‘Neerlandia’ symboliseren deze gedachte. Nu heb ik er geen bezwaar tegen om één bark gezamenlijk met Nederlanders en Vlamingen te bemannen, maar ik wens zeer beslist met de bark der Afrikaners in convooi te blijven varen.
De Nederlandse stam blijft de Nederlandse stam en als vreemde machten een stambroeder naar het leven staan - wat met de Republiek van Zuid-Afrika thans ongetwijfeld het geval is - dan zijn wij tot steun verplicht, ook al zijn wij het niet of niet geheel eens met een bepaalde politieke lijn. Zo is het met het Vierstromenbeleid in Zuid-Afrika, zo is het met het federalisme in Vlaanderen. De meeste Afrikaners zien het Vierstromenbeleid als de enige oplossing voor hun nationale problemen, de meeste Vlamingen zien het federalisme als de enige oplossing van hun nationale problemen.Ga naar eindnoot1) Wij - Nederlanders, Vlamingen, Afrikaners - behoeven het over en weer ten aanzien van deze oplossingen niet met elkaar eens te zijn, maar als de nood aan de man komt, moeten wij naast elkaar staan.
Ik heb deze gedachte bij mijn openingswoord op de plechtige viering van Geloftedag te 's-Gravenhage als volgt geformuleerd:
‘Er is een stemming in Europa om het Oosten - dat ons haat - te bewieroken en eigen prestaties gering te schatten. Het is tegen deze “weg met ons”-sfeer, tegen dit defaitisme dat het A.N.V. met de grootste scherpte stelling wenst te nemen. Wij geloven aan de toekomst van Europa en wij geloven aan de toekomst van de Nederlandse stam. Maar het grondprincipe van het A.N.V. is dan ook de solidariteit van de Nederlandse stam. Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika hebben elkaar nodig. Zij moeten naast elkaar staan, schouder aan schouder.
Dit wil niet zeggen, dat wij het in alle opzichten met het rassenbeleid van de Zuidafrikaanse regering eens behoeven te zijn. Evenmin als Zuid-Afrika het eens behoeft te zijn met de verzuiling van de Nederlandse samenleving.
Echter, in grote lijnen, hebben wij toch begrip voor het vierstromenbeleid van de Republiek van Zuid-Afrika. Kiesrecht aan de Bantoe, hic et nunc, zou het kongoliseren van Zuid-Afrika betekenen. Culturele integratie - gezien het enorme verschil in beschavingsniveau - is al evenzeer een volslagen onmogelijkheid. En ten slotte: Wie het beleid van de Zuidafrikaanse regering zonder vooringenomenheid beschouwt, kan niet ontkennen dat op sociaal terrein buitengewoon veel tot stand is gebracht. De cijfers spreken een duidelijke taal. In Zuid-Afrika zijn de lonen hoger, is de huisvesting beter en zijn de sociale voorzieningen uitgebreider dan waar ook elders in Afrika. Hier kunnen Ghana, Liberië en Ethiopië, de bitterste vijanden van Zuid-Afrika, voorlopig nog wel een voorbeeld aan nemen!
Het Algemeen Nederlands Verbond vraagt niemand om een blindelings partij kiezen. Het dringt er echter wel met de meeste nadruk op aan, vooral bij de Nederlandse pers en bij de Nederlandse volksvertegenwoordiging, om van de Zuidafrikaanse problematiek kennis te nemen zonder vooringenomenheid, sine ira et studio. Want Zuid-Afrika is bloed van ons bloed en geest van onze geest.’