[Nummer 12]
De kost gaat voor de baat uit!
In zijn jongste vergadering heeft het Verbondsbestuur een voorstel van het Dagelijks Bestuur aanvaard om de contributie voor het lidmaatschap van het A.N.V. te verhogen.
Het Verbondsbestuur beseft ten volle de draagwijdte hiervan. Het is, hiertoe op 27 mei 1961 door de Verbondsvergadering gevolmachtigd, tot het volgende besluit gekomen:
Per 1 januari 1962 bedraagt het lidmaatschapsgeld f 10, - of Bfr. 140 (of een daaraan gelijkstaand bedrag in een andere munteenheid) per jaar. Een tweede, derde etc. lid van een gezin betaalt f 3, -. Voor jongeren beneden 21 jaar en voor studenten is de contributie f 5, - per jaar. Aan hen, die hun bijdrage voor 1962 reeds hebben gestort, wordt verzocht het resterende bedrag alsnog te voldoen. Diegenen, voor wie de verhoging ineens van f 5, - tot f 10, - wat al te bezwaarlijk is, mogen in 1962 hun bijdrage tot f 7,50 beperken.
Aan de contributieverhoging is om de volgende redenen niet te ontkomen. Allereerst Neerlandia: Uit de presentatie van de laatste twee nummers blijkt voldoende, welke richting de redactie uit wil. Vanaf het januarinummer zal de opmaak van het blad geheel vernieuwd zijn en zal de omvang 18 blz. per nummer bedragen, noodzakelijke voorwaarden om Neerlandia op den duur uit te doen groeien tot een representatief algemeen Nederlands maandblad, dat de nodige werfkracht bezit.
Opzet en werkmethode van het A.N.V. zullen in het komende jaar op de helling worden gezet. Wordt de strekking om de werkzaamheden van het Verbond in veel sterkere mate te richten op de integratie van de Nederlanden als doelstelling aanvaard, dan betekent dit een zwaardere belasting van de toch al beperkte mogelijkheden, waarover het Dagelijks Bestuur beschikt. In verband met de nieuwe oriëntering wordt de verhouding van het genootschap ‘De Nederlanden in Europa’ tot het A.N.V. nader bekeken, een onderwerp waarover we thans moeilijk kunnen uitweiden. Voorlopig zal een bestuurslid van het genootschap als raadgevend lid deel uitmaken van het Verbondsbestuur, terwijl twee bestuursleden van het genootschap zitting krijgen in de speciale commissie, die richtlijnen zal opstellen met het oog op de statutenwijziging, welke vóór 1963 haar beslag moet hebben gekregen. Stippen we in aansluiting hierop nog aan, dat het Dagelijks Bestuur met twee raadgevende leden is uitgebreid en dat een redacteur van Neerlandia met raadgevende stem, zitting zal hebben in het Verbondsbestuur.
Tenslotte zullen de Nederlandse Congressen, hoewel deze, naar we hopen, op een bredere basis gesteld en mede door andere verenigingen gedragen zullen worden, vooral de eerstkomende tijd zeer veel van het A.N.V. vergen, in ieder geval meer dan voorheen, omdat ze tot een grootscheepse manifestatie uitgebouwd dienen te worden en tevens een coördinerende functie verkrijgen. Voorlopig zal het leeuwendeel van de lasten, verbonden aan het secretariaat van de congressen, nog wel op het A.N.V. neerkomen.
Kortom, uitbreiding van taken en werkzaamheden, zoals hierboven geschetst, is zonder contributieverhoging uitgesloten.
Het Verbondsbestuur.