Mengelingen
- De Vlaamse Vrienden in Frankrijk kwamen in september onder voorzitterschap van dr. Jan Klaas te Hazebroek (Zuid-Vlaanderen) bijeen.
Uit het door de heer L. Hoex uitgebrachte jaarverslag bleek, dat de Vereniging zich zorgen blijft maken over de taal, aardrijkskunde, geschiedenis en kunstgeschiedenis, die in Vlaamse geest behoren onderwezen te worden.
Het systematisch onderzoek op Frankische en Saksische begraafplaatsen en bestudering van oudheden vordert zeer goed.
Voortdurend worden stappen ondernomen bij de overheid, teneinde in de steden en dorpen de oude Vlaamse monumenten en gebouwen door deskundig herstel voor het nageslacht te bewaren.
Een onlangs gesticht gewestelijk reizend toneelgezelschap steekt van wal met vertaalde Nederlandse stukken.
Prijzen van 30.000 en 20.000 fr. werden uitgereikt resp. aan de Zuidvlaamse schrijvers Max Dumoulin en H. Moorteleek.
De Eerwaarde Heer J.M. Gantois wees er in de namiddagzitting op, dat hem telkens weer blijkt, dat de Vlaamse volksgeest in gebruiken, feesten, ommegangen, huisbouw, beiaardspel, en kunstambachten levendig blijft.
De heer Bourgeois schetste de huidige toestanden van de windmolens in de Franse Nederlanden en Z.H. Prins de la Salle, die de ‘volkse’ oorsprong van de adel in de Nederlanden op boeiende wijze uiteenzette, drong met klem bij de Zuidvlaamse edellieden er op aan de nationale opvoeding van landgenoten hun belangstelling en bijstand te schenken.
- Zaterdag, 22 oktober hield het Genootschap ‘Onze Taal’ in het Kurhaus in Scheveningen zijn derde Congres. Op dit congres werd bijzondere aandacht geschonken aan de taal van de overheid en de taal in het bedrijfsleven.
De sprekers op dit congres waren prof. dr. C.F.P. Stutterheim, mr. A.F. Kamp, dr. Joh. Scheurer en prof. dr. G. Stuiveling, die achtereenvolgens spraken over de ‘taal als communicatiemiddel’, ‘het in de ambtelijke wereld tè ambtelijk gebruik van de taal’, ‘de taal in het bedrijfsleven’, waar dikwijls sprake is van het bezigen van een vakjargon en tenslotte: ‘De taak van de overheid met betrekking tot de Nederlandse taal’. Prof. Stuiveling achtte het aantal uren besteed aan het onderwijs in de Nederlandse taal op de scholen te gering en zou willen, dat de overheid regelingen trof door taalverbeteringen het Nederlands veilig te stellen. In Taalspiegel-7 komen we op dit Congres terug.
- Op 22 en 23 oktober hield de Nederlandse Bond in Duitsland in Essen, in de ‘Grugahalle’, waar de Bond 39 jaar geleden werd opgericht, het Bondscongres.
Wij hopen in het novembernummer een verslag over dit Congres op te nemen.
De stad Essen heeft het Congres 's zaterdags (22 oktober) op waardige en royale wijze in de ‘Städtischer Saalbau’ ontvangen. De Oberbürgermeister van Essen heeft bij die gelegenheid het Congres op hartelijke wijze toegesproken.
Deze ontmoetingsavond, waarop ook de voorzitter van de Nederlandse vereniging te Essen, de heer A. Loos, de Nederlandse consul aldaar, de heer J. van Ent Braat en de bondsvoorzitter, de heer H. de Haan het woord voerden, werd opgeluisterd door het Nijmeegse Studenten Cabaret.
- De Drukkerij ‘De Residentie’, waar sinds 1937 ons maandblad Neerlandia wordt gedrukt, herdacht deze maand haar veertigjarig jubileum.
Zaterdag 15 oktober vond een ontvangst plaats in hotel Central; het Verbondsbestuur, dat vertegenwoordigd werd door de administrateur, bood de directie Mr. J.A. Schuering en de heer H.J. Van Rijn als ook mevrouw Schuering zijn gelukwensen aan.
Op deze plaats spreekt het Bestuur zijn bijzondere waardering uit voor de uitstekende samenwerking, die gedurende een lange reeks van jaren heeft bestaan tussen Drukkerij en Verbond.
- Maandag 24 oktober bereikte de bekende Vlaamse schrijver Ernest Claes de leeftijd van 75 jaar. Wie in Nederland Ernest Claes zegt, zegt De Witte, een boek waarvan duizenden en duizenden hebben genoten. De tijd van Claes, Timmermans en Streuvels moge voorbij zijn, dit heeft de uitgevers Nijgh en Van Ditmar er niet van weerhouden nu nog werken van hem te herdrukken.
Velen in het Noorden zullen, toen zij vernamen, dat Ernest Claes 75 jaar was geworden, met sympathie en dankbaarheid aan deze aartsverteller hebben gedacht.
- In het jaarverslag-1959 van het Departement van Nederlandsche Cultuurgeschiedenis te Kaapstad, dat wij ontvingen van de Ned. Zuidafrikaanse vereniging te Amsterdam wordt een overzicht gegeven van de gehouden cursussen, de gegeven colleges en de resultaten van de afgenomen examens. Van de voor de eerste en tweede cursus ingeschreven studenten slaagden er 64.
De studenten brachten bezoeken o.a. aan het Nationaal Kunstmuseum ter bezichtiging van de Robinsonen de Michaëlis-schilderijenverzamelingen, voorts aan verschillende gebouwen in Kaapstad, in verband met beelden, reliefs en decoratief stucco- en houtsnijwerk van Anton Anreith, het Kaaps Archief (Hollandse en Vlaamse handschriften met miniaturen, incunabelen) de Mendelssohnbibliotheek (Africana) en het Zuidafrikaans Museum (rotskunst en voorwerpen uit de Compagniestijd).
Er zijn vergevorderde plannen voor de bouw van een nieuw seminarium.
Het verslag bevat een lijst van door de leerstoel ontvangen schenkingen.
Prof. Bax verzamelde documenten en boeken voor een tentoonstelling betreffende de geschiedenis van de Hugenoten, van 13-15 februari gehouden tijdens het Hugenotenfeest, dat de inzameling van gelden voor de wederopbouw van het Saasveldcomplex inleidde (zie mei/juni-nummer Neerlandia 1959, blz. 45).
Prof. Bax verzorgde ook de afdeling ‘Boeken in Afrikaans, over beeldende kunst, bouwkunst en toegepaste kunst’ van de tentoonstelling ‘Die Afrikaanse boek’, ter gelegenheid van het gouden jubileum van de Zuidafrikaans Akademie voor Wetenschap en Kunst.