Hoogste tijd voor cultureel verdrag
De Australische correspondent gaat uit van een opmerking van de regeringscommissaris voor de emigratie, mr. ir. B.W. Haverman, die bij zijn bezoek aan Australië op een persconferentie als zijn mening gaf, dat het misschien wel eens tijd werd om te gaan denken over een cultureel verdrag tussen Nederland en Australië. Het culturele zag mr. Haverman breder dan gewoonlijk het geval is, want hij betrok er ook het terrein der wetenschappen bij en wel in het bijzonder de erkenning van universitaire graden en de vakopleidingen.
Nog maar kort voordat ir. Haverman dit onderwerp aansneed, had - aldus de ‘Nw. Haagsche’ - de toneelspeler Rob Geraerds op tournee door Australië tijdens een interview met ‘The Herald’ in Melbourne gezegd, dat hij voornemens was de emigratie door intellectuelen uit Nederland te propageren, omdat ‘door inbrengen van alleen handarbeiders de cultuur van een land in gevaar wordt gebracht.’
De - overigens goed bedoelde - mededeling van Rob Geraerds bracht al dadelijk reactie teweeg, o.m. door een groot artikel in de ‘Dutch-Australian Weekly’ met de vraag ‘Does Australia want intellectuals?’. Hierin werd de vraag gesteld of Australië inderdaad waardering heeft voor de ‘migrant brain’ en ‘migrant intellectual and cultural assets.’
Deze vraag werd zonder meer ontkennend beantwoord, waarvoor een aantal bewijzen werden aangevoerd, gegrond op de praktijk.
Vele universitair geschoolde immigranten zijn genoodzaakt soms de minste baantjes te accepteren om in het leven te blijven, o.a. een vroegere professor in de Vulcanologie, die na veel ellende het geluk had een baantje als wachtman op een fabriek te krijgen; een vroegere rechter uit Praag, die spoorwegarbeider is; een bioloog die op een kippenfokkerij werkt.
Een eertijds in Wenen vermaarde chirurg vertelde mij, dat hij aan zijn - Australische - hoofdzuster in een klein ziekenhuis, waarin hij werkte, n.b. toestemming voor bepaalde operaties moest vragen. En zo kan de trieste lijst nog lang worden aangevuld.