Verslag van de Algemene Verbondsvergadering, te Utrecht gehouden op 20 februari 1960 in hotel Smits
Zaterdag, 20 februari, opende in hotel Smits te Utrecht de Verbondsvoorzitter, de heer F. Koote, tegen tien uur de eerste sedert 1952 gehouden Algemene Verbondsvergadering, die door 49 personen, leden en vertegenwoordigers van de afdelingen Amsterdam, 's-Gravenhage, Haarlem, Rotterdam, Utrecht, Brussel. Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, voorts Bloemfontein, Kaapstad, Pretoria, Aruba. Curaçao en van de Alg. Nederlandse Vereniging te New York, werd bijgewoond.
Nadat de voorzitter een blik had geworpen in de historie van het Verbond, wees hij op de noodzakelijkheid van nauwere samenwerking tussen de afdelingen onderling, en tussen de afdelingen en het Verbondsbestuur, samenwerking ook met andere verenigingen, die een doelstelling nastreven, nauw verwant aan die van het A.N.V., in het bijzonder voor het aantrekken van sprekers en het houden van lezingen en voordrachten.
De voorzitter wekte de leden van het Verbond op, het prachtige werk van de boekverspreiding te steunen door het schenken van boeken, dan wel door een geldelijke bijdrage.
Hoewel ook vanuit de vergadering de opmerking werd gemaakt, dat de emigranten zich over het algemeen meer aangetrokken gevoelen tot de plaatselijke Nederlandse verenigingen, achtte het Verbondsbestuur, aldus de voorzitter, het noodzakelijk, dat de zorg voor onze emigranten, in het bijzonder hun culturele nood, onderwerp van voortdurende aandacht blijft.
Na een korte uiteenzetting over de Visser-Neerlandiaprijzen, waarbij een dringend beroep werd gedaan op alle leden van het Verbond zich te bezinnen over personen en instellingen, die voor een dergelijke prijs in aanmerking zouden kunnen worden gebracht. stelde de voorzitter het nieuwe uiterlijk, de opmaak en de inhoud van Neerlandia aan de orde. Met een advertentie-campagne zal t.z.t. worden begonnen.
De vergadering keurde, door een uitspraak van vertrouwen in het huidige D.B., goed, dat voorlopig de leiding van het maandblad blijft berusten bij het D.B., dat bekwame en deskundige personen zal trachten aan te trekken en op de volgende algemene verbondsvergadering met een voorstel zal komen tot het instellen van een afzonderlijke redactieraad.
Vervolgens gaf de voorzitter 'n overzicht van al hetgeen reeds was gedaan ter voorbereiding van een nodig geachte wijziging der Statuten en van het Huish. Regl.
De vergadering kon zich verenigen met de opvatting van de in het leven geroepen commissie, dat de statuten zo kort mogelijk moeten worden gehouden en een nadere uitwerking naar het Huish. Reglement dient te worden overgebracht en dat de naam ‘Algemeen Nederlands Verbond’ om historische redenen dient te worden gehandhaafd. Over de in het tweede lid van artikel 2 der Statuten voorkomende uitdrukking ‘staatkundige richting’ en de geuite wenselijkheid deze te vervangen door ‘partij-politieke richting’ kwam de vergadering niet tot een uitspraak.
Bij de omschrijving van de middelen ter bereiking van de doelstellingen van het Verbond zal men zich zeer beperken en zoveel mogelijk overlaten aan de slotomschrijving: ‘andere wettige middelen, welke aan het doel van de vereniging kunnen bevorderlijk zijn’.
Over de bijdrage van begunstigers en leden, jongeren en studenten, de laatste groepen met 59% korting, was algemeen overeenstemming.
Ten aanzien van het punt: terugkeer naar het instellen van groepen, welk punt uitvoerig door de voorzitter werd toegelicht, kwam de vergadering, na een gedachtenwisseling, tot het besluit deze zo belangrijke reorganisatie-plannen, aan de hand van schriftelijke voorstellen ampel in de afdelingen te bespreken.
Na de pauze besloot de vergadering de algemene verbondsvergadering in het najaar te houden, liefst in een plaats nabij de Nederlands-Belgische grens: Antwerpen, Breda, Brasschaet; het Nederlands congres zal in elk geval dienen te worden gehouden in een plaats waar een afdeling is: dit congres vindt in het voorjaar bij toerbeurt plaats in Nederland en in Beigië. Het congres heeft dit jaar plaats in Gent op 20, 21 en 22 mei.
De vertegenwoordiger van de afd. Oost-Vlaanderen gaf een toelichting op het voorlopig programma en lichtte de stand der voorbereidingen toe In het aprilnummer van Neerlandia, geheel gewijd aan het a.s. Congres, zullen alle bijzonderheden worden opgenomen Zie ook het programma op blz. 31 van dit nummer.
Bij de bespreking over de te voeren propaganda werd o.a. vanuit de vergadering opgemerkt, dat propaganda een zaak is van elke afdeling, dat de jeugd behoefte heeft aan militante onderwerpen, vooral liggend op het sociaal-economische vlak, dat een apart jeugdnummer van Neerlandia wenselijk lijkt, werfacties onderling worden uitgewisseld, avonden voor niet-A.N.V.-leden misschien nieuwe leden aanbrengen, verspreiding in ruime mate van Neerlandia onder hen, van wie mag worden verwacht dat zij als lid zullen toetreden, onvermijdelijk is.
De voorzitter wil het volgend jaar een propagandavouwblad uitgeven in de geest van het enige jaren geleden verschenen Amsterdamse blaadje. Contact met de organisatoren van de studentencongressen in Nederland en in Vlaanderen, alsmede het instellen van een propaganda-actie wordt door de vergadering aanbevolen.
In onderling contact tussen de afdelingen en het houden van rondetafelgesprekken ziet men in Vlaanderen een uitstekend middel bij het voeren der propaganda.
Na de Rondvraag dankte de voorzitter alle aanwezigen voor de betoonde belangstelling en de afd. Utrecht voor de uitstekende ontvangst, die niet beter had kunnen zijn.
Hiermede werd het organisatorisch gedeelte van de samenkomst gesloten en werd het woord verleend aan de ondervoorzitter dr. R. Gheyselinck voor zijn rede over ‘De taak van het A.N.V. in de toekomst’.
Deze rede wordt op verzoek van de vergadering in dit nummer van Neerlandia volledig afgedrukt.