Een Nederlands boek over Noordelijk India
Mevrouw A. Burkij-Bartelink heeft tien jaar geleden een boek over India geschreven, dat algemeen de aandacht trok. In het september-nummer van Neerlandia van 1949 werd dit boek ook besproken en warm aanbevolen.
Nu is van dit werk een herziene uitgave verschenen. Deze als Elsevier-pocket verschenen uitgave van haar vroegere indrukken uit de noordelijke binnenlanden van India houdt duidelijk verband met de gespannen, actuele verhoudingen aan de grenzen van die verafgelegen gebieden.
Vandaar dat zij deze pocket de titel gaf ‘Aan Tibet's grenzen’.
Haar sterk tot ons sprekende en onmiddellijk-eigene belevenissen in een land, zo oud als de wereld, dat sinds eeuwen nauwelijks is betreden door stamverwante westerlingen, geven aanleiding tot rillen, schreien en juichen, maar zij tonen ons levensontaardingen, welke voor westerse begrippen ontoelaatbaar worden geacht en desalniettemin het lot bestemmen van een zeer groot, ànders-ontwikkeld deel van de wereldbevolking.
En nadat wij enigszins zijn bekomen van het beleefde, gaan wij beseffen, welke heroïsche wilskracht onze voorouders bezeten heeft, die het hebben bestaan zich daarginds voor eeuwen een plaats te veroveren en zich te doen eerbiedigen. Dankbaar komen wij tot het inzicht wat het hun dan wel gekost moet hebben om in patria een ‘Gouden-eeuw’ te scheppen, waarvan voor hun verre nazaten nog een faam van wereldburgerschap uitgaat, waarop nog heden tendage wordt gebouwd door de wereldvrachtvaarders bij uitnemendheid en door vliegende stamverwanten.
A. St.