De eerste Vlaamse pockets
Ten huize van dr. A. Mariën, de zeer werkdadige culturele attaché van de Belgische ambassade in Den Haag, temidden van een indrukwekkend gezelschap van schrijvers, boekverkopers en uitgevers, werden de eerste acht Vlaamse pocketbooks, om zo te zeggen, op de markt gebracht. Naast een obligaat geworden ‘Gezelle-Brevier’ bevat de serie het werk van Lode Baekelmans (Mijnheer Snepvangers). Bert DeCorte (Van Heer Halewijn tot Vrouw Griese); Hugo Verriest (Verzameld werk); Lode Zielens (De dageraad gaat stralend open); Ernest Claes (Daar is een Mens verdronken); Aug. van Cauwelaert (Vertellingen van de Rechter) en tot mijn spijt ook van Cyriel Buysse('t Bolleken). Er is dus voor elck wat wils, en deze eerste keuze wettigt de hoop, dat de uitgever wel meer in de oude doos zal gaan rommelen, waar veel schoons ligt te verstoffen, dat thans, dank zij het pocketbook, weer voor de dag kan gehaald, ten bate van het gemene dieet.
De deeltjes zien er fraai uit en dienden als argument voor de stelling, dat de Vlaamse uitgeverij nu eindelijk presentabel is geworden. Naar mijn mening was ze dit voordien ook wel, maar niet op die schaal en nog niet zo aan de lopende band. De pockets plakten ook wel een beetje, vooral in de hand, maar dat kwam van de plastic en van de nogal opgelopen temperatuur in die boekverkopers-drukte.
De voornaamste propagandist was Anton van Duinkerken, die zich onvoorwaardelijk voor het moderne verschijnsel van de pocket uitsprak. Van de Nederlandse verkoop door kruideniers gewaagde hij niet, maar hij juichte de cultuur-spreiding toe, waardoor tientallen auteurs ineens voor tienduizenden toegankelijk werden. Voor Vlaanderen is dat zeker van ingrijpende betekenis en daar zouden zelfs de kruideniers een zegenrijke taak kunnen vervullen.
Volgens Van Duinkerken zou het wel eens kunnen blijken, dat de invloed van Conscience, die zijn volk leerde lezen, in vergelijking met het effect der pockets, slechts zeer gering was. Overigens kon men ook zeggen, dat Conscience alleen Hans leerde lezen. Hoe dit ook zij, het bleek achteraf, dat Van Duinkerken zich in Hans vergist had. In een apartje (zie foto blz. 91) brak Lode Baekelmans een lans voor de volkse schrijver Abraham Hans en het zou mij niet verbazen wanneer in het komend beeldenspel der Vlaamse literatuur van Anton van Duinkerken er een paar bladzijden aan Hans gewijd zouden zijn. Terecht, overigens.
Laat de ‘Vlaamse pockets’ van Heideland groeien in aantal en veelvuldigheid!
En waarom niet, als hulde aan de ‘kleine’ voorganger:
Hendrik Conscience, De Leeuw van Vlaanderen? In twee deeltjes dan, en met niet al te veel plastic.