Marnix Gijsen
Anekdotes kruidden zijn gesprekken
Prof. dr. J.A. Goris, in den lande meer bekend en geliefd onder zijn schrijversnaam Marnix Gijsen, rolde enige weken terug van de ene huldiging in de andere, Het hield niet op. Parochiale kringen, bollenkwekers, burgemeesters en steden, Benelux-organen en uitgevers wedijverden om zijn zestigste verjaardag te vieren. Op het ogenblik dat ik dit schrijf, volgen er nog literaire banketten in Rotterdam, Den Haag en Amsterdam.
Zo te zien, blijft Gijsen tamelijk onbewogen en bescheiden onder het hele gedoe. Overal heeft hij enkele anecdotes vol humor en ironie ten beste gegeven, die gretig door de pers verder verteld worden, zonder dat er de bindende schakel is van Gijsen's aantrekkelijke persoonlijkheid en nog aantrekkelijker voordracht.
In een door blitz-, televisie- en andere lampen oververhitte ambassade werd hem een Sassenheimse tulp overhandigd, die voortaan zijn naam zal dragen. Gijsen wilde daarin geen veeg teken zien, want als hij naar Gezelle keek - en dat deed hij gaarne en dikwijls - ontdekte hij miskenning en vervolging zelfs, daarna officiële huldiging en slechts kort voor zijn dood lidmaatschap van de Akademie en een roos, die naar hem genoemd werd, Dit alles had Marnix Gijsen nu ook...