Een Boek over de Vaderlandse geschiedenis van de Antillen
Zij, die op de hoogte zijn van de inhoud der tot nu toe op de Antilliaanse scholen gebruikte geschiedenisboekjes, weten, dat deze meer gericht waren op Nederland dan op de Antillen. Met de bedoeling hierin verandering en verbetering te brengen hebben de heren Ch.A. van Koppen, dr. C. Ch. Goslinga en drs. A.C.H. van Noort een Antilliaans geschiedenisboek samengesteld, dat onder de naam ‘Nos Patria’ bij J.B. Wolters in Groningen is verschenen.
De heer P.T.M. Sprockel, wnd. inspecteur van het onderwijs, schrijft in zijn voor woord in deel I van dit geschiedenisboekje het volgende:
‘In de rij van vakken, welke aanpassing aan de eigen Antilliaanse sfeer behoeven, neemt geschiedenis een zeer vooraanstaande plaats in. Niemand zal de waarde van goede geschiedenislessen ontkennen, omdat deze ons immers de ogen openen voor de ontwikkeling, die geleid heeft tot het huidige ogenblik, dat zelf weer van belang is voor de toekomst van ons land. Tot heden toe was het echter zo, dat de geschiedenis op onze scholen uitging van de Vaderlandse Geschiedenis, met welk vaderland dan Nederland bedoeld werd. Nu is het natuurlijk een niet te ontkennen feit, dat de Nederlandse geschiedenis een diepgaande invloed uitgeoefend heeft en nog uitoefent op de Nederlandse Antillen. Toch mag men de waarde van een Dirk III met zijn tol bij Dordrecht voor onze gebieden wel in twijfel trekken. Daarom werd in nauwe samenwerking tussen Openbaar en Bijzonder Onderwijs gestreefd naar een geschiedenisboekje, waarin het eigen Vaderland, de Nederlandse Antillen, tot zijn recht zou komen.