Jaarverslag der afdeling Kaapstad
In het verslag van de afdeling Kaapstad over 1958 wordt o.a. melding gemaakt van het overlijden van de leden: mevr. E.A. Deenik, ir. W.H. Hatting, P.J. Olivier, T. Ravensberg, Adv. J.W.J. le Roux en dr. J.A. Willinge Prins.
De heer le Roux, die 7 oktober overleed, was ter gelegenheid van de viering van het 60-jarig bestaan van de afdeling op 24 juli tot erelid benoemd, samen met de heren Oudschans Dentz en W.P.H. Riethoff.
De heer Dentz heeft voor dit jubileum twee Nieuwsbrieven opgesteld, waarin het ontstaan van de groep Zuid-Afrika in 1897 (de heer Dentz is de laatste in leven zijnde medeoprichter) en de lotgevallen van de afdeling van 1908 tot 1958 worden geschetst.
De toneelgroep van het A.N.V. ‘De Waterlanders’ voerde in 1958 een revue op, getiteld: ‘De Lappenmand’, drie eenacters: ‘De Waarzegster’, ‘Pak-idylle’ en ‘Schot zonder kogels’ en op het jubileumfeest ‘Toontje heeft een paard getekend’.
In het jaarverslag brengt het bestuur de leider van ‘De Waterlanders’, de heer Boep van der Valk, die naar Port Elizabeth is verhuisd, hartelijk dank voor het vele goede werk, dat hij vol toe wij ding voor de toneelvereniging heeft verricht.
Twee uitstapjes, verschillende belangrijke lezingen en vijf filmavonden, samen met de Hollandse Kring, vulden het programma der werkzaamheden ten behoeve van de leden.
Op 25 april vond de 38ste kranslegging plaats bij het standbeeld van Jan van Riebeeck.
De Oranjeclub regelde, in het bijzonder voor de leden van de afdeling Kaapstad van het A.N.V., een Nederlandse avond.
De Nederlandse ambassadeur bood, mede namens het A.N.V. en in tegenwoordig-heid van de heer Van Ewijck van de Bilt (afd. voorzitter) aan de emeritus-predikant dr. J.G. Retief van de Evang. Lu-therse Kerk, een geschenk aan, als dank voor de waardevolle diensten aan Nederland en de Nederlandse gemeenschap gedurende en na de oorlog be wezen.
De afdeling belastte zich ook in 1958 met de inschrijving van de Reina Prinsen Geerligsprijs.
Voor de tiende maal had een uitdeling van boekprijzen plaats en wel aan 14 meisjes en 7 jongens. De meeste boeken waren afkomstig van de afd. Boekverspreiding van het Verbond in Den Haag. De heer Oudschans Dentz had wederom de regeling van een en ander in handen.