Neerlandia. Jaargang 63

[p. 30]

Een leerrijk verslag over Indische Nederlanders in Amerika

De heer T. Cnossen, directeur van de Christelijke Emigratie Centrale, heeit onlangs een oriëntatiereis ondernomen naar de Verenigde Staten. Over zijn bevindingen heeft hij een zeer lezenswaardig verslag opgemaakt, waaraan we hier een en ander willen ontlenen. Enkele algemene opmerkingen worden als inleiding gemaakt over Amerika, de enorme groei van de bevolking, die voor het jaar 2050 wordt geschat op 480 miljoen (nu 175 miljoen), de eigenaardige geestesgesteldheid in de Verenigde Staten: overwaardering van film, televisie en ‘showbusiness’, de rock-and roll-maniakken, de reclame met sterk erotische inslag, luxe aan de ene kant en totale verwaarlozing van elke verzorging van het publieke terrein aan de andere kant, en de aantrekkelijke eigenschappen van de doorsnee-Amerikaan. Tot slot geeft hij nog een blik in de economische toestand, waarin optimisme, maar ook getemperde verwachtingen, werkloosheid en inflatie onze aandacht vragen.

De heer T. Cnossen heeft uiteraard tijdens zijn reis gelegenheid gehad en deze ook terdege benut om Indische Nederlanders, o.a. in San Francisco, Oakland, Seattle, Los Angelos, Grand Rapids, naar hun ervaringen te vragen.

Hem is gebleken, dat het overgrote deel tevreden is en niet aan terugkeer denkt, een redelijk bestaan heeft, voldoende doorzettingsvermogen heeft getoond om de moeilijkheden in de winter 1957-1958 te overwinnen, zich vrij goed, tot zeer goed, weet aan te passen, dank zij vaak een niet genoeg te waarderen onderlinge hulpvaardigheid. Opname in de Amerikaanse gemeenschap vond vlot plaats.

De vroegere positie, de scholing, de kennis van de Engelse taal en andere factoren spelen bij dit alles een voorname rol. Beslissend is en blijft de persoonlijkheid, het karakter en de gezinsharmonie.

Vervolgens bevat het verslag een aantal voorbeelden van Nederlandse immigranten, die inlichtingen gaven over hun ondervindingen. Daarbij vindt men zeer geslaagde gevallen, maar ook mensen, wie het minder voor de wind is gegaan.

Een donkere huidskleur gaf geen moeilijkheden, noch in het maatschappeHjk verkeer, noch op school, noch bij het zoeken van een betrekking.

Ook aan Amerikanen heeft de heer Cnossen hun mening gevraagd over de uit Indonesië afkomstige personen van Nederlandse nationaliteit.

Jeugd redt zich wel

Uit deze bron vernam hij, dat de jeugd gemakkelijk het peil van het onderwijs kan volgen en vaak spoedig, als zij maar eerst de taal machtig zijn, in de voorste rijen zit. Een Nederlands meisje van dertien jaar was binnen tien maanden presidente van haar klas.

Aan de ene kant meende men, dat de Indische Nederlander zwakker van initiatief en doorzettingsvermogen, langzamer in reactie is, maar aan de andere kant minder eisen stelt, gemakkelijker in de omgang en geduldiger dan de Nederlandse immigrant.

Als leden van de een of andere kerk werden zij geroemd om hun trouw.

De heer Cnossen heeft veel waardering voor het werk der kerkelijke organisaties, die in hoofdzaak er voor gezorgd hebben, dat, sinds het einde van de tweede wereldoorlog, meer dan zeshonderdduizend vluchtelingen in Amerika zijn opgenomen.

Tot slot merkt de heer Cnossen op, dat, naar zijn oordeel, gegrond op de in Amerika opgedane bevindingen, het plaatsen van tienduizend Indische Nederlanders een betrekkelijk eenvoudige opgave moet zijn.

Wel dient in het bijzonder gelet te worden op de leeftijd van de uit Nederland gezonden personen. Voor administratieve werkers ligt de grens tussen 40 en 45 jaar. Zij, die niet geschikt zijn voor harde arbeid, vinden moeilijk een positie. Vrouwen daarentegen, die enige kantoorervaring hebben en kennis van de Engelse taal, komen gemakkelijk aan bod.

Personen met elektro-technische en elektronische scholing hebben geen moeite om aan slag te komen. Zolang zij echter het Amerikaanse burgerschap niet bezitten worden zij niet toegelaten tot de in-dustrieen die voor de defensie werken.