Acht hedendaagse schilders uit Zuid-Afrika
26 februari jl. is in het Gemeentemuseum van 's-Gravenhage door de Ambassadeur van de Unie van Zuid-Afrika, dr. F.E. Geldenhuys, een tentoonstelling van werken van Zuidafrikaanse schilders geopend.
Het is de tweede maal, dat een tentoonstelling van Zuidafrikaanse kunst naar Nederland is gekomen; de eerste tentoonstelling werd in 1947 te Amsterdam gehouden. De hedendaagse is via de musea in Arnhem, Utrecht en Groningen naar Den Haag gekomen en gaat vandaar naar België. Deze tentoonstelling wordt begeleid door de best denkbare propagandist der Zuidafrikaanse kunst, dr. F.C.L. Bosman uit Pretoria. Ook nu hield hij gedeeltelijk in het Afrikaans, gedeeltelijk in het Nederlands en het Engels, een uitstekende, korte openingsrede, enige dagen later in hetzelfde museum gevolgd door een lezing met dia's over de Zuidafrikaanse schilderkunst.
Het werk van deze schilders en twee schilderessen is ook al eer der te zien geweest op de Biennale van Venetië. Een van hen, J.H. Pierneef, is in 1957 gestorven. Graag zouden wij op het werk van deze kunstenaars wat dieper ingaan, maar daar deze schilderijen 7 april ons land reeds verlaten hebben, heeft dit weinig zin.
Getroffen hebben ons de negen schilderijen van Pierneef en we begrijpen dat de pers heeft gesproken van ‘Pierneefwolken en Pierneefbergen’. In de woning van dr. Geldenhuys in Den Haag hangen enige Pierneefs. Verder zijn ons bijgebleven de ‘Oude Kraalmuren’ van Walter Battiss, ‘Woestijnlandschappen’ van Adolph Jentsch, ‘Reigers’ van Maggie Laubser, ‘Brood’ van Irma Stern, ‘Jongen met Nieuwjaarstooi’ van Jean Welz en ‘Kruisiging’ van Alexis Preller.
Deze tentoonstelling bracht ons geen nieuws, maar laat ons zien, dat het hedendaagse Zuid-Afrika ook goede schilders heeft.
We zijn het volkomen eens met wat Minister Cals geschreven heeft in zijn voorwoord van de mooi uitgevoerde catalogus: ‘Deze tentoonstelling is als het ware een vriendengroet van een verwant volk, dat ons van zijn culturele schatten mede laat genieten.’
F. Koote