Van Eysselsteijn voorzitter
In 1934 werd als opvolger van Dr. Jan Walch tot voorzitter gekozen Ben van Eysselsteijn, een ‘broekie’ van 35 jaar. Het zou een te lange lijst worden alle Noord- en Zuidnederlandse dichters en schrijvers op te sommen, die Van Eysselsteijn in de laatste vijf en twiniig jaar op charmante wijze heeft ingeleid en bedankt. Niet alleen de ouderen, maar ook de jongeren hebben gesproken en uit hun werken voorgelezen. Behalve de Zuidafrikaners Malherbe, dr. Bosnian en prof. Van den Heever traden ook letterkundigen uit West-europese landen op.
Tot de vele oude gebruiken van het Genootschap behoort het houden van een ‘Servetje’ na afloop van de lezingen. Vroeger waren het overvloedige maaltijden (met grote biefstukken), die tot diep in de nacht voortduurden; na de oorlog is het Servetje beperkt tot een broodje met een glas wijn. Maar tot op de dag van heden prijkt op de plaats van de voorzitter nog steeds de hoge, zilveren wijnbeker. Ook is het nog steeds de gewoonte, dat op elk Servetje de onder voorzitter van het Genootschap een dronk uitbrengt op ‘Vlaanderen’. De voorzitter antwoordt dan: ‘op de Moedertaal’.
De mededeling van de spreker-voorzitter aan het eind van zijn lezing, dat hij op zijn leeftijd de tijd gekomen achtte af te treden, werd met gemengde gevoelens ontvangen. Maar Karel Jonckheere merkte na de pauze op, clat voorzitters, die zeggen heen te gaan, beslist blijven. En zo is het ook gebeurd, want op de druk bezochte receptie op 28 februari deelde de secretaris mede, dat de aftredende voorzitter door alle leden benoemd was tot Erevoorzitter.
Na de rust voerde Karel Jonckheere het woord over ‘Ernst en Luim uit de culturele toenadering Noord-Zuid’. Als het ware voor de vuist weg hield hij een van humor sprankelende, onvergetelijke rede.