Mijn naam is Haas
Het komt voor, dat iemand beticht wordt van iets, waaraan hij onschuldig is. In dergelijke gevallen hoort men zo iemand zich er van af maken met een kwinkslag, met een uitroep: ‘mijn naam is Haas’. Deze uitdrukking is algemeen en velen zullen haar ook in gevallen als boven hebben gebezigd zonder echter in de verste verte te weten waar deze uitdrukking vandaan komt. Wij vonden daaromtrent het een en ander in ‘Woorden en gedachten’, door A. Hui- zinga en in ‘Geflügelte Worte’ door Büchmann.
Aangenomen mag worden, dat de in die boeken aangetroffen gegevens juist zijn.
Ruim honderd jaar geleden had een Duits student in een duel een andere student gedood. Teneinde zich aan een veroordeling te onttrekken, wilde hij proberen over de Franse grens te komen. Maar hoe? Hij zou dit nl. moeilijk kunnen klaarspelen zonder een of ander document, waarmee hij zich voor een ander kon uitgeven.
Op zijn vlucht naar de grens kwam hij in Heidelberg, waar hij de hulp inriep van een student Victor Hase; deze was bereid zijn in nood verkerende collega zoveel mogelijk te helpen, maar tegen het meegeven van zijn legitimatiekaart had hij ernstige bezwaren. Dat was te gevaarlijk, daar het studenten streng verboden was misbruik te maken van hun legitimatiekaart.
Maar ze vonden er iets op. Hase zou de kaart verliezen en daarop stond geen strafbepaling; de andere jongeman zorgde er wel voor, de verloren kaart te vinden en daarmee uit te wijken. Eenmaal veilig over de grens verloor ook hij weer opzettelijk die kaart.
Deze werd uit Frankrijk teruggezonden naar het universiteitsbestuur te Heidelberg, dat Victor Hase uiteraard ter verantwoording riep, daar het toch wel zeer vreemd was, is Haas dat een legitimatiekaart van een Heidelbergs student nabij de Franse grens werd gevonden.
Hij deed alsof hij er onkundig van was, hoe zijn kaart aldaar was beland; zijn verantwoording luidde dan ook: ‘Meine Name ist Hase, ich verneine die Generalfragen, ich weiss von nichts’.
Dit voorval werd aldra op de andere universiteiten bekend en bij voorkomende gelegenheid nam men ook de in Heidelberg gebezigde uitdrukking, zij het in ietwat verkorte vorm, over. Ook in ons land heeft de uitdrukking ingang gevonden. Meestal zegt men, als men iets van zich wil afschudden: ‘Mijn naam is Haas, ik weet van niks’ of nog korter: ‘Mijn naam is Haas’.
In Engeland, waar het geval eveneens bekend is geworden, zegt men: ‘My name is Troyford, I know nothing of the matter’.
P.W.O.