Teirlincks ‘Taco’ in Nederland opgevoerd
In het kader van de Belgisch-Nederlandse culturele uitwisseling heeft de Koninklijke Schouwburg uit Brussel op 26, 27 en 28 november opvoeringen gegeven in Rotterdam, Amsterdam en den Haag van Herman Teirlincks nieuwe toneelwerk ‘Taco’. Dit stuk was nog niet eerder ten tonele gebracht.
Deze uitvoeringen genoten op bovengenoemde plaatsen grote belangstelling.
De Haagse avond werd o.a. bijgewoond door minister Mr. J.M.L. Th. Cals, de Staatssecretaris Mr. R.G.A. Höppener en dr. J.H. Wesselings, secr.-generaal van het Min. van O.K. en W., de Belgische gezant en de culturele attaché, de heer A. Mariën, de Belgische Min. van Onderwijs de heer Charles Moureaux, de ambassadeur van Luxemburg, Z. Exc. M.J.P. Kremer, de voorzitter van de Eerste Kamer, vele Kamerleden en vooraanstaande personen uit de wereld van de Benelux, leden van het Verbondsbestuur en van het bestuur van de Haagse afdeling van het Alg. Ned. Verbond en leden van deze afdeling.
Over het toneelstuk van de 79-jarige Belgische letterkundige was de Nederlandse pers niet erg enthousiast. Teirlinck heeft de stof voor zijn toneelstuk gezocht in de figuur van Taco, zoon van de Merovingische koning Clotharius II (584-629).
Het leven en de daden van deze koningszoon worden volkomen beheerst door een onberekenbaar haatgevoel tegen zijn vader en een jaloerse liefde voor zijn moeder, koningin Bertruda.
De katholiek van het noorden heeft geen waardering voor de kritiek, bij monde van de heilige St Eloy, eens schatmeester-goudsmid der Mer o vingers, gegeven op een historisch en overwegend door katholieke denkbeelden bepaald verleden.
Algemeen had men bezwaren tegen het luidruchtige, lawaaierige in dit spel, dat niet duidelijk doet uitkomen wat Teirlinck met Taco heeft willen geven.
Was de critiek niet lovend voor Teirlincks schepping ‘Taco’, wel waardeerde men het spel der spelers en het talent van de regisseur. Hun taak was waarlijk geen gemakkelijke, gebonden ook als de spelers waren aan de tragische pathos in de tekst.
Het Algemeen Nederlands Verbond verheugt zich erover, dat het Brusselse Vlaamse toneelgezelschap in drie Nederlandse schouwburgen weer eens heeft getoond wat het vermag. De verwachting wordt gekoesterd, dat dergelijke culturele uitwisselingen veelvuldiger zullen plaats vinden en dat alsdan de organisatie ervan beter zal worden voorbereid dan deze maal wel het geval was.