Pluim op hoed van penningmeester
Van de oud-bestuursleden worden herdacht mevrouw Loopuyt en de heer Schoeler, waarna de penningmeester, de heer Laverman, een grote welverdiende pluim onder toejuichingen van de feestgangers op de hoed wordt gezet. Lof wordt voorts toegezwaaid aan de Openbare Afrikaans-Nederlandse Boekerij te Kaapstad, een belangrijk cultuurcentrum voor Nederlander en Afrikaander, indertijd opgericht door de afdeling Kaapstad.
De heer Van Ewijck eindigt met de hoop uit te spreken, dat de afdeling Kaapstad niet het lot zal delen van de mens, die na het bereiken van het vijftigste jaar in krachten geleidelijk afneemt, maar dat de afdeling in de toekomst door een steeds groter aantal leden zal worden gesteund en dat de drie schepen, het symbool van de lotsverbondenheid van Afrika, Nederland en Vlaanderen, gezamenlijk naar veilige haven zullen varen, tot heil en versterking van de Dietse stam.
Aan tafel wordt voorts nog het woord gevoerd door de Nederlandse Ambassadeur, door de heer Op 't Hoff, dr. Slotemaker de Bruïne als ere-voorzitter van de afdeling, de heer De Graeff als erelid en oud-voorzitter van de afdeling, de heer Goudsmit als voorzitter van de Hollandse Kring, de heer Van der Mark namens het bestuur van de Nederlandse Club, die allen in warme bewoordingen de Jubilaresse veelsoortige gelukwensen aanbieden.