Neerlandia. Jaargang 62

Kaapstad in het goud

De voorzitter van de afdeling Kaapstad van het Algemeen Nederlands Verbond, berichtte ons, dat de viering van het 50-jarig bestaan van de afdeling een succes is geworden. De feestmaaltijd, waar 130 personen aanzaten en waar de telegrafische gelukwensen van het Verbondsbestuur werden voorgelezen, was het hoogtepunt.

Ongeveer 900 personen woonden de toneelvoorstellingen van ‘Toontje heeft een paard getekend’ bij.

Tot ereleden werden benoemd de heren Adr. J.W.J. W. Roux, die van 1910-1914 afdelingsvoorzitter is geweest en steeds een der trouwste leden is gebleven en voorts de heren F. Oudschans Dentz en W.P.H. Riethoff, beiden bij onze leden wel bekend.

De secretaresse van de afdeling Rotterdam, mejuffrouw Adr. Kuyper, die enige maanden in Zuid-Afrika vertoefde en 9 augustus met de ‘Oranjefontein’ naar Nederland is teruggekeerd, heeft de viering van het gouden feest meegemaakt.

We mogen nog een uitvoeriger verslag over deze herdenking verwachten, maar dat zal niet eerder dan in het september/ oktober-nummer van Neerlandia kunnen worden opgenomen.

Een bestuurslid van het Verbond van Vlaams Overheidspersoneel dr. R. Rauws, heeft onlangs voor de Belgische radio (Vlaamse uitzending), overeenkomstig het streven van dat verbond, een pleidooi gehouden voor het toekennen van een volwaardige plaats aan het Nederlands in de Belgische rijksdiensten.

Eerlijke naleving van de aan de administratie door de overheid opgelegde regelingen inzake het gebruik der talen en toekenning van de aan Vlaamse ambtenaren en het Nederlands rechtmatig toekomende plaats en invloed, dat zijn, aldus spreker, de eisen welke staan op het programma van het ruim een jaar geleden opgerichte V.V.O.

Verwezenlijking van deze eisen zal de vernederlandsing van het bedrijfsleven en de juiste waardering van de diploma's van het Vlaamse onderwijs bijzonder bevorderen. Een gezonde taaltoestand acht dr. Rauws een onmisbare voorwaarde ter beveiliging van de Vlaamse belangen in de centrale besturen, zowel in België als in Kongo en mede van de Nederlandse cultuur in de bovennationale organen van het toekomstige Europa.

Duidelijke richtlijnen

In herinnering bracht spreker, dat bij rondschrijf brief van de minister van binnenlandse zaken in België aan alle departementen en ambtelijke instellingen wederom onder de aandacht der ambtenarij is gebracht:

1.	dat in de centrale besturen de algemene zaken in de taal van de behandelende ambtenaren en beambten dienen behandeld te worden;
2.	dat in deze besturen de uit het Vlaamse landsgedeelte komende zaken, ongeacht de taal waarin zij door de partikulieren worden ingeleid, in de binnendiensten uitsluitend in het Nederlands moeten behandeld worden.

Het Verbond van het Vlaams Overheidspersoneel zal er nauwkeurig op toezien op welke wijze deze regelingen, waarvan vele ambtenaren thans voor het eerst kennis namen, zullen worden toegepast.

Wil deze ministeriële aanschrijving tot haar recht komen, dan zal het aantal ambtelijke stukken, welke nu dus in de Nederlandse taal zullen moeten zijn gesteld, aanmerkelijk toenemen, hetgeen weer tot gevolg zal hebben, dat de behoefte aan nederlandstalig personeel ook zal toenemen en vele diensten noodzakelijk reorganisaties zullen moeten ondergaan.

Ambtelijke tegenwerking

De indruk van het bestuur van het V.V.O. is dat tot nu toe bij de meeste overheidsdiensten van daadwerkelijke toepassing van de omzendbrieven geen sprake is geweest.

Tegen een ambtenaar, die in zijn dienst de in de grondwet gewaarborgde taalvrijheid opzettelijk heeft gekrenkt, heeft het V.V.O., met verwijzing naar artikel 151 van het strafwetboek, dat deze overtredingen met straffen van 15 dagen tot een jaar gevangenis bedreigt, reeds een klacht bij het parket neergelegd.

Paraatheid van het V.V.O.

Het Verbond is voornemens instellingen, die zich niet storen aan de van hogerhand gegeven voorschriften, aan te manen tot opvolging daarvan en bij voortgaande nalatigheid in een verslag de kommissies van Kamer en Senaat, waaronder zij ressorteren, daarvan op de hoogte te stellen.

Er is wel een Vaste commissie voor Taaltoezicht, maar deze heeft, naar het oordeel van het V.V.O., niet de nodige macht om te waken over de juiste naleving van de taalwetgeving.

Vandaar dat het V.V.O. zich over deze kommissie heen, als het nodig mocht blijken, rechtstreeks zal wenden tot de kommissies van Kamer en Senaat.

Tekort aan controle

Het bestuur van het V.V.O. is mede van oordeel, dat voor een richtige naleving van de taalwetgeving per departement twee inspecteurs nodig zullen zijn, in plaats van twee inspecteurs voor het gehele land, zoals thans het geval is.

De hogere ambtenaren der departementen zullen pas ten volle zwichten voor de duidelijke eisen, in de taalwetgeving neergelegd, indien een systematisch en streng toezicht op de naleving hen daartoe zal dwingen.

Het V.V.O. deed aan het slot der radiorede een beroep op de sympathie en de steun van de openbare mening teneinde de strijd om recht tot een goed einde te brengen.

De rede is aangeboden aan de Vlaamse Pers, de Vlaamse verenigingen te Brussel (30), alle ministers, de secretarissen-generaal en de hoofden van diensten.