Neerlandia. Jaargang 62

[p. 34]

Nog een tweetal foto's van de receptie
Bovenste foto: De ambassadeur van de Uni van Zuid-Afrika, Z.E. Geldenhuys, op de receptie in gesprek met mr. K.E.O von Bose, administrateur van de Nederlands Zuidafrikaanse vereen., ir G. Schutte, onze directeur, end heer E.A. Schuttenhelm van het in van O.K. en W.
Onderste foto: De heer H. Peeters, voorzitter van de Nederlandse Bond in Duitsland, biedt een tinnen bord aan. Van links naar rechts: mr. G.H. Eskes, lid van het Verbondsbestuur, vert. Ned. Bond in Duitsland, dr. J. Schouten, mr. F.G. van Dijk, ir. G. Schutte en de heer E. Peeters.

Dordrecht

DOOR ZONNIG weer begunstigd, zij het dat een nog frisse bries geen echte lentegevoelens wekte, reden zaterdagochtend de drie uit Dordrecht gekomen splinternieuwe fraaie bussen af van het Plein, een half uur later dan de bedoeling was, doordat de Dordtse chauffeurs zich abusievelijk hadden opgesteld bij Plein 1813. Maar dank zij een flinke vaart over de weg naar Dordrecht, stapte het gezelschap nog op tijd af bij het Dordtse stadhuis, waar burgemeester mr. J.A.H.J. van der Dussen, de gemeente-secretaris mr. A.W. Joolen en de wethouders H. de Munter en H. Neerings de Haagse gasten ontvingen.

De burgemeester hield een hartelijke toespraak, waarin spreker o.a. een parallel trok tussen Dordrecht en het Verbond, die beiden moeten openstaan voor de eisen van vernieuwing, met behoud van het eerbiedwaardige, het in de geschiedenis gegroeide.

De verbondsvoorzitter dankte de burgemeester van Dordt voor diens hartelijke woorden, waaruit zo duidelijk bleek diens begrip voor de gewichtige taak van het Verbond en zijn verdienstelijk verleden. Daar wat eenmaal wijsheid was en deugd, altijd wijsheid en deugd zal zijn en blijven kunnen Dordt en het Verbond zonder vrees datgene doen wat de noodzaak tot aanpassing aan nieuwe tijden van ons eist.

Boottocht

NA HET aanbieden van koffie en sherry en het maken van een groepsfoto op het bordes van het stadhuis begaf het gezelschap zich ndar de Hooikade om te embarkeren aan boord van de Prinsesseplaat voor het maken van een onvergetelijke boottocht om het eiland van Dordt, via Dordtse Kil, Hollands Diep, onder de grote bruggen door, de Nieuwe Merwede op tot aan Hardinxveld; over de Beneden Merwede werd weer teruggekeerd naar Dordrecht. Bij het Wantij wees de beer De Kanter o.a, het huisje van de veermen aan, die na de bevrijding van Brabant in 1944 zoveel jonge menssen, die

[p. 35]

naar de vrijheid wilden, met zijn bootje heeft overgezet.

Aan boord bood het Verbond belegde broodjes en koffie aan.

De Heer De Kanter lichtte via de microfoon het gezelschap voortdurend in over de bezienswaardigheden langs de oevers en dat was niet weinig.

Iedereen heeft, dat bleek wel overduidelijk, buitengewoon van deze boottocht, onder een stralend meizonnetje, genoten.

Oud stadsschoon

Na het verlaten van de boot vertrok het gezelschap onder leiding van mr. Beyerman, de gemeentearchivaris van Dordrecht, naar de fraai gerestaureerde Grote Kerk, waar hij een overzicht gaf van de geschiedenis van kerk en toren, bij een daarop gevolgde rondwandeling nog weer nader toegelicht.

Na het bezoek aan deze kerk, die wel tot een der oudste in Nederland kan worden gerekend, maakten de A.N.V.-ers kennis met oud-Dordrecht, weer onder leiding van mr. Beyerman en enige andere deskundige Dordtenaren.

Mr. Beyerman wees de groep onder zijn leiding op verschillende oude gevels, op het huis waar Top Naeff 28 maart 1878 geboren werd, het huis met de Hoofden (1600), het huis, waar indertijd de voortreffelijke administrateur van het Verbond, Cas van Son, heeft gewoond, het in 1653 door de bekende architect Pieter Post (denk aan het Huis ten Bosch) gebouwde patriciërshuis ‘De Onbeschaamden’, indertijd bewoond door Willem van Beveren (een eeuw eerder was een Cornelis van Beveren burgemeester van Dordrecht. Hij was het, die de stad aan de zijde der Watergeuzen bracht in 1572). Mr. Beyerman wees nog op de ravage, die Dordtse ‘afbrekers’ in het midden der vorige eeuw hebben aangericht door het slopen o.a. van het huis van Alb. Cuyp en van de Kloveniersdoelen, waar n.b. de ~tiationale Synode vrijwel al zijn zittingen hield in de periode november 1618 - mei 1619, waar o.a, werd besloten tot het uitgeven van een nieuwe bijbelvertaling. Nog vele bijzondere geveltjes werden bekeken en tot slot volgde een bezoek aan het hofje, in 1625 gesticht door de aartswoekeraar Arend Maartensz.

Voor hen, die van oud stadsschoon houden was deze rondwandeling een waar genot. Mr. Beyerman, die zich zoveel moeite heeft gegeven om de Haagse gasten in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk van Dordt te laten zien, wordt hier ioomens allen, die naar hem hebben geluisterd, heel hartelijk dank gebracht.

In hotel-café-restaurant ‘Statenhof’ aan het Steegoversloot kwamen de wandelaars weer bijeen voor de borrel, waarna Taveerne Ter Merwe, gelegen aan het Scheffersplein, werd opgezocht voor de feestmaaltijd.

Daar onze tweede feestdag samenviel met de dag der Dodenherdenking heeft het gezelschap tijdens de feestmaaltijd, waar 135 deelnemers aanzaten, ook zijn eerbiedige medeleven daarmede tot uiting gebracht door het voordragen door de heer Koote van het lied ‘De achttien doden’ van de op 40-jarige leeftijd in een Duits concentratiekamp omgekomen Nederlandse Dichter en romanschrijver Jan Campert. Daarna nam het gezelschap twee minuten stilte in acht.

Tafelredevoeringen

AAN TAFEL voerden het woord de tafelvoorzitter, de heer P.J.E. de Kanter, de heer Veltmans, mede namens de heer Koch in Winschoten, wiens hartelijke brief hij voorlas, dr. Schaap uit Assen, die ons schokte met zijn mededeling, dat de slag op het Manpad nooit heeft bestaan en de Gulden Sporenslag in het vergeetboek is geraakt of wordt doodgezwegen. Hij vroeg meer belangstelling voor Noord-Frankrijk en bracht de groeten over van het Veteranenleger in Nederland en van het ‘Old Lantschap’. Dr. Karsemeijer, de voorzitter van de Dordtse afdeling, riep in de herinnering van de aanwezigen de figuur terug van de heer P.J. de Kanter, die van 1919-1940 voorzitter was in het Algemeen Bestuur en wiens kwaliteiten zijn overgegaan op zijn zoon, die met zoveel toewijding ook weer arbeidt voor de belangen van het Verbond.

(zie slot op derde kolom volgende pagina)

Burgemeester Van der Dussen spreekt zijn welkomstwoord uit. Van links naar rechts: mr. J.A.H.J. van der Dassen, dr. J. Schouten, mr. A.W. Joolen, gemeente-secretaris en de wethouder H. Neerings.

[p. 36]

Vervolg verslag van jubileumfeesten

De heer De la Haye bracht de gelukwensen over van de heer Verhoef, voorzitter van de afd. Pretoria, tijdelijk in Nederland, maar plotseling verhinderd bij deze maaltijd aanwezig te zijn.

Daarna zong een gedeelte der gasten ‘De Stem van Zuid-Afrika’.

De heer Van Dorp uit Rotterdam hield twee voordrachten, een in het ‘Grunnings’-dialekt en een in de taal van Frans-Vlaanderen (Noord-Frankrijk).

Na de hartelijke toespraak van dr. A. Devos, die o.a. de hoop uitsprak, dat onder de veelbelovende leiding van dr. Schouten het Verbond verder mag worden uitgebouwd, vooral ter versterking van het A.N.V. in Vlaanderen, werd ‘De Vlaamse Leeuw’ gezongen.

De Heer Koote wees aan de hand van een menu uit 1874 van een diner, waaraan 15 heren aanzaten, er op, dat sindsdien onze magen klaarblijkelijk aanmerkelijk zijn ineengeschrompeld, maar de prijzen der menu's wel heel veel hoger zijn geworden.

Waardig slot

Dr. SCHOUTEN dankte Dordt en het Dordtse gemeentebestuur voor de hartelijke ontvangst en de vriendelijke woorden tot het gezelschap gericht en sprak zijn waardering uit voor de goede organisatie van deze dag. Het was een waardig slot van ons feest.

Tenslotte dankte de heer De Kanter alle sprekers en verzocht daarna samen het eerste couplet van het Wilhelmus te zingen.

Zo kwam een einde aan de tweedaagse viering van het zestigjarig bestaan van ons Verbond. Het zijn goede dagen geweest. Het Verbondswerk en zij, die in de voorbije jaren daaraan hun beste krachten en hun liefde gaven, ondervonden van alle zijden waardering. Iedereen kan met voldoening op deze meidagen terugzien.

Aan hen, in wier handen de leiding van het Verbond is gelegd, thans de taak de hoge verwachtingen, welke velen in het Verbond stellen, naar beste weten en kunnen te verwezenlijken, waarbij wel dient te worden bedacht, dat het Verbondsbestuur waaraan evengenoemde leiding is toevertrouwd, daartoe alleen in staat zal zijn, indien de afdelingen met alle kracht steunen, en indien ieder lid begrijpt, dat het Verbond niet alleen wordt voortgestuwd door zijn bestuur, maar door èlk lid, dat zijn plicht ten deze kent en doet.