Nederland en Zuid-Afrika
Met het januari-nummer van 1958 verscheen ‘Zuid-Afrika’, maandblad van de Zuid-Afrikaanse Stichting Moederland te Amsterdam voor de culturele en economische betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika, in een nieuwe gedaante. Het formaat is wat kleiner geworden en bovendien heeft het blad een beter lettertype en een naar onze mening aantrekkelijker opmaak gekregen.
Dit nummer wijdt aandacht aan het aanbod van Zuid-Afrika voor Nederlanders uit Indonesië. Daaruit blijkt o.a., hoe de Zuidafrikaanse harten warm kloppen voor deze ontheemde stamgenoten, die ze straks dubbel welkom willen heten. Een welkom niet uit plichtsgevoel, maar uit familiezin, want de Nederlanders zijn onze stamgenoten, aldus De Transvaler, het blad, dat altijd graag wijst op al wat Nederland en Zuid-Afrika bindt.
Met belangstelling namen wij voorts kennis van een artikel, dat tot titel draagt: Is Nederland en Suid-Afrika vriende?
Voor de leden van het Algemeen Nederlands Verbond, dat ook reeds zestig jaren heeft gestreefd naar een vriendschappelijke verhouding tussen beide broedervolken, willen we hier aan de bovengestelde vraag alle aandacht schenken.
Die Huisgenoot heeft het onderwerp het eerst aangesneden. Dit blad meent, dat duidelijk dient te worden omschreven, welke betekenis Nederland en Zuid-Afrika voor elkaar hebben. Niet de onderlinge handel, niet de economische betrekkingen, niet de militaire verdediging van beide landen, niet een sentimenteel gevoel over de culturele betrekkingen, niet het feit, dat Afrikaners in Nederland studeren of dat Nederlanders zich tot de Afrikaanse lectuur voelen aangetrokken, niet de nauwere diplomatieke betrekkingen, zelfs niet in aangeboden steun bij moeilijkheden ligt volgens genoemd blad de betekenis, welke beide landen voor elkaar hebben.
Alleen de gerede opneming van Nederlanders, die zich tot Zuid-Afrika aangetrokken gevoelen, omdat zij er een goed bestaan en tevens een geestelijk welbehagen verwachten, alleen de bereidheid van de Afrikanen om bovenal de Nederlander als een aanwinst te verwelkomen, veronderstelt een bijzondere betrekking, welke daarom dient te worden onderhouden; aldus de slotsom waartoe Die Huisgenoot komt.