Natuurlijke eenvoud
Pater Ward Corsmit neemt nog andere geestelijke liederen over, die in de zondagscholen heden nog gezongen worden of in de Kersttijd weer tot nieuw leven komen en die allen zijn opgenomen in de verzameling van De Coussemaker.
Pater Corsmit eindigt met de volgende opmerking: ‘Het geestelijk volkslied in Frans-Vlaanderen vertoont dezelfde hoedanigheden als het geval is met soortgelijke gezangen in Rijksvlaanderen. Vooral sedert de 18de eeuw is het geestelijk volkslied naar de taal en de vorm soms enigszins onhandig en 't doet stuntelig aan, maar het wint aan natuurlijke eenvoud, waarin het volksgemoed zich zuiverder uitspreekt’.
Een tweede artikel in hetzelfde nummer van BAND behandelt de volkse kerstgedichten uit Frans Vlaanderen. Gewezen wordt op de grote betekenis van de jaarlijkse prijskampen onder Frans Vlaamse schrijvers van proza of poëzie.
Deze wedstrijden, waarvoor zich jaarlijks vele deelnemers opgeven, bewijzen, aldus dat artikel, overduidelijk, dat onze taal voortleeft in Frans-Vlaanderen, waar men zelfs van een zekere letterkundige bloei mag gewagen.
In het bijzonder staat dat artikel stil bij de Frans-Vlaamse dichter J. Utendale, die een drietal Kerstgedichten aan zijn stamgenoten schonk.