Voordrachtavond van J. van Elsacker
De voordrachtkunstenaar Jac. van Elsacker trad voor leden en genodigden van de afdeling Rotterdam van het A.N.V. einde 1957 op met een programma, dat met zorg was samengesteld uit de Groot-Nederlandse letteren.
Ernst en scherts weerklonk zuiver in de Vlaamse gedichten van Karel van de Woestijne, Guido Gezelle, Marnix Gijsen, Willem Elschot en Paul van Ostaijen. Hierna volgden enige verhalen: een treffende schets van Top Naeff en een korte Arabeske van Louis Couperus. Ook Aart van der Leeuw was met twee vertellingen vertegenwoordigd.
Het is door Van Elsäckers boeiende verteltrant en grote verbeeldingskracht - zonder enige pathos of geforceerdheid - dat deze verhalen subliem werden vertolkt.
De voordrachtskunstenaar bewees zijn veelzijdigheid, toen hij na de pauze overging op ‘lustrum’ van Clara Lennaert: een verhaal, voorgedragen met een juist gevoel voor nuancering van weemoed en humor. Vervolgens twee luchtige schetsjes van Ina van der Beugel, om te eindigen met twee zeer vermakelijke verhalen van F. de Sinclair en Simon Carmiggelt.
De voorzitter van de afdeling Rotterdam, de Heer J.J. Kloppert, dankte de Heer Van Elsacker op hartelijke wijze voor de prachtige avond, mede namens de talrijke aanwezigen, die met diepe aandacht de voordracht hadden gevolgd.
Adr. K.