In rolzaal werd geloftedag gevierd
De afdeling 's-Gravenhage van het Algemeen Nederlands Verbond was 16 december bijeen in de Rolzaal op het Binnenhof voor de jaarlijkse viering van de Gelofte- of Dingaansdag. Voor de lezers, die misschien de betekenis van deze gedenkdag vergeten zijn, brengen we die in het kort in herinnering.
Dingaan, het opperhoofd der Zoeloekaffers, streed tegen de Boerentrekkers uit de Kaapkolonie. Op lafhartige wijze vermoordde hij in 1838 Piet Retief. Maar kort daarop leed hij een gevoelige nederlaag bij een zijriviertje van de Tugela in Natal. Slechts 480 Boeren stonden daar tegenover een overmachtige vijand. Niet minder dan 3000 kaffers sneuvelden en hun bloed kleurde dat riviertje. Sindsdien heet het Bloedrivier. Aan dit wapenfeit is de naam van Andries Pretorius - de aanvoerder der Boeren - verbonden. Dingaan moest de vlucht nemen en stierf enige jaren later in Swaziland.
Voordat de grote strijd begon, hebben de Boeren de gelofte afgelegd, dat zij de dag der overwinning zouden wijden tot een eeuwige dankdag, indien God hun strijd zou zegenen. Echter pas na 1910 werd Dingaansdag bij de wet tot een openbare vakantiedag verklaard. Op de plaats van deze bloedige slag is in latere jaren een zendingskerk opgericht.
Onder de talrijke aanwezigen, verwelkomd door de voorzitter van de Haagse afdeling, de heer F. Koote, waren o.a. de ambassadeur van de Unie van Zuid-Afrika en mevrouw Geldenhuys, de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, mr. J.A. Jonkman, de president van de Hoge Raad, mr. dr. J. Donner, de consul-generaal van de Unie van Zuid-Afrika, de heer J. Schilthuis, leden van het hoofdbestuur en van de afdeling Den Haag van het Verbond, leden van de Kon. Vereniging ‘Oost & West’ en vele leden van de Zuid-Afrikaanse Vereniging.
Een kort woord, uitgesproken door de ambassadeur van Zuid-Afrika, dr. F.E. Geldenhuys, werd door de wereldomroep rechtstreeks naar Zuid-Afrika uitgezonden.
Dr. Geldenhuys wees o.a. op de woorden, gebeiteld in de sarcophaag van Andries Pretorius, in het Voortrekkersmonument: ‘Ek vir jou, Suid-Afrika’, woorden, waarop elk jaar op 16 december een zonnestraal valt. Het is de plicht van het nageslacht van die voortrekkers om het gelofte vlammetje brandend te houden. Spreker schetste vervolgens de bijzondere taak van de drie miljoen Europeanen in zijn land tussen negen miljoen Bantoes, drie miljoen kleurlingen en vier honderd duizend Indiërs.
Ds. W.A. Smit, Zuidafrikaans predikant, sprak daarna over ‘Volksgeschiedenis, de vader van 'n volk’. Geloftedag, zo merkte deze spreker op, was een dag, waarop geest en geloof wortel schoten. Deze dag spreekt de geloofstaal van de toewijding en verantwoordelijkheid.
Na de pauze werden twee films vertoond, namelijk ‘'n Volk se erfenis’ en ‘Suidafrikaanse mosaiek’, waardoor de aanwezigen een goede indruk verkregen van de door dr. Geldenhuys geschetste verscheidenheid, maar ook van de volkskunst aldaar.
Het stadskerkewerkkoor, onder voortreffelijke leiding van de heer G. Kapel, verleende ook deze maal zijn medewerking.
De avond werd besloten met het gezamenlijk zingen van Die Stem van Suid-Afrika en het Wilhelmus.