Krügerdagviering
in Utrecht
Niet minder dan zeventig belangstellenden waren op 10 oktober aanwezig tijdens de plechtigheid bij het Krügergedenkteken op het voorplein van de Chr. Kweekschool ‘Rehoboth’ te Utrecht. De voorzitter van de stichting Krügergedenkteken, tevens voorzitter van de afdeling Utrecht van het Alg. Ned. Verbond, de heer F. Kroon, verwelkomde de gasten, onder wie de ambassadeur van de Unie van Zuid-Afrika en mevrouw Geldenhuys, vele leden van de staf van de ambassade, hier te lande studerende Afrikaners, vertegenwoordigers van Die Genootskap van Suid-Afrikaners te Utrecht en van de A.Z.A.V.
Dr. Geldenhuys hield dit jaar de herdenkingsrede, waarvan wij door vriendelijke tussenkomst van de ambassade een exemplaar mochten ontvangen.
In deze opmerkelijke boodschap, welke tot titel had: ‘Roepstemme van ons Helde’ herinnerde dr. Geldenhuys aan de woorden van Paul Kruger: ‘Neem uit die verlede al wat goed en skoon is, vorm daarmee een ideaal, U model of patroon van volmaaktheid en bou daarop 'n skoner toekoms’. Voorts stond de spreker stil bij de heldendaden uit verdrukking gepleegd, noemde de namen van de grote mannen uit het verleden, en de plaatsen, waar standbeelden voor hen werden opgericht, behandelde de moeilijke naturellenvraagstukken in zijn land en eindigde met een beschouwing over het voortbestaan van de West-Europese Christelijke Cultuur.
Na het uitspreken van deze met grote aandacht gevolgde rede legden mevrouw Geldenhuys en de dames Garbers-Van Noordwijk en Nawijn bloemen bij het gedenkteken, dat gesierd was met de vlaggen van de Unie van Suid-Afrika en Nederland.
De plechtigheid werd beëindigd met het zingen van twee coupletten van ‘Die Stem van Suid-Afrika’ en van het ‘Wilhelmus’.
In de school werd aan het gezelschap koffie aangeboden. De heer C. Pama, lid van het Algemeen Nederlands Verbond, stelde daar aan dr. Geldenhuys een exemplaar ter hand van het door zijn broer, de heer J. Pama, geschreven boekje over de geschiedenis van de vlag van Zuid-Afrika. (Verwezen wordt naar onze beschouwing, aan dat boekje gewijd in het vorige Neerlandia, biz. 59.)