Nederlandse muziekavond
Voor het eerst na de tweede wereldoorlog kon de afdeling 's-Gravenhage van het A.N.V., die vóór de oorlog geregeld genoot van muziekavonden, op donderdag 24 oktober in de Louis XV-zaal van Pulchri Studio weer luisteren naar Nederlandse muziekwerken.
De bekende Haagse toonkunstenaar Hans Schouwman had het programma verzorgd, waarvoor hij een keuze maakte uit werken van hedendaagse toondichters. Het was een goede gedachte, zowel van hem, als van het afdelingsbestuur, de leden, die voor het merendeel tot de ouderen behoren, met de nieuwere muziek kennis te laten maken.
In het openings woord deelde de afdelingsvoorzitter, de heer F. Koote, o.a. mede, dat twee talentvolle componisten, de heren Jan Masséus en Alex Voormolen - de laatste dag ziek in Amsterdam - die beiden voorkwamen op het programma, in maart van dit jaar door bemiddeling van het Algemeen Nederlands Verbond zijn onderscheiden door het toekennen van de Visser-Neerlandiaprijs, welke onder meer kan worden uitgereikt aan componisten van voortreffelijke, melodieuze en niet hypermoderne muziek.
Het programma vermeldde de tweede sonate voor viool en piano (1950) van Jan Masséus en diens Marsman-cyclus (1953), voor alt en piano, voorts Piet Ketting's ‘Three Sonnets’ (tekst van Shakespeare) voor alt en piano (1938), de vijfde sonate van Henk Badings (1945), de tweede sonate voor viool en piano van Alex Voormolen (1934) en diens Nocturne (1951), geïspireerd door Eline Vere, van Louis Couperus.
Chris Veelo speelde met grote bekwaamheid Bading's mooie en krachtige pianosonate en de Nocturne ‘Eline’ van Voormolen. Mevrouw Veelo (alt) kweet zich uitstekend - overtuigend begeleid door haar man - van haar moeilijke taak, waarvoor de zaal haar met een langdurig handgeklap dankte.
De jeugdige Froukje Giltay wijdde haar beste krachten aan de tweede sonate van Voormolen voor viool en piano en de tweede sonate voor viool en piano van Jan Masséus. Zij wist de viool-technische moeilijkheden glansrijk te overwinnen. Beide piano-partijen nam Jan Masséus op verantwoorde wijze voor zijn rekening.
De sonate van Voormolen, die van oudere datum (1934) is en gecomponeerd werd op het lo Vivat-motief, sprak velen, vermoedeiijk door de bekende, vortrouwde melodie, méér aan dan de jongere muziek van Masséus.
Het was een mooie avond, waarvoor het afdelingsbestuur en uiteraard ook de deelnemers, onze hartelijke erkentelijkheid verdienen. Voor de dames waren er fraaie bloemen; de heren ontvingen een boekenbon.
Wij menen het bestuur van de afdeling Den Haag te kunnen aanbevelen met deze muziekavonden voort te gaan.