Neerlandia. Jaargang 61
(1957)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 60]
| |
Emigrantenverenigingen kennen vóór- en tegenspoed
| |
Opleving in Sutherland ShireEEN ZELFDE VERSCHIJNSEL heeft zich voorgedaan bij de Nederlandse Vereniging in Sutherland Shire (New South Wales), die er enkele maanden geleden, met niet veel meer dan twee Australische ponden, in kas, niet al te best voorstond. Van de eertijds 250 leden waren er maar 40 overgebleven. Het bestuur, onder leiding van Harm van der Linden, belegde een vergadering, waarin over het lot van de vereniging van gedachten werd gewisseld. Besloten werd het nog eens te proberen. Enkele weken later hield het bestuur een cabaret-avond, waar meer dan honderd belangstellenden hebben genoten van Hollandse kleinkunst, muziek, zang, toneel, declamatie enz. Niet alleen heeft de vereniging door deze eigen prestaties een avond gebracht, die haar geen financiële lasten oplegde, maar in de kas ligt thans weer een aardig bedrag, waarop kan worden voortgebouwd. Ook de toneelgroep is nieuw leven ingeblazen onder leiding van mr. Albert Drilsma, die de vroegere regisseur Koos Simonis heeft vervangen. Binnenkort zal een gemengde dans- en cabaret-avond worden gehouden, waar onze Nederlandse toneelspelers opvoeringen zullen geven in de Engelse taal; het vraagstuk van toenadering tot de Australische gemeenschap is daarmee meteen opgelost. | |
Upside - Down (Ondersteboven)Dat het verscheidene jaren heeft geduurd voordat het zover is gekomen, is niet uitsluitend toe te schrijven aan het feit, dat de Nederlandse immigranten natuurlijk eerst de tijd moeten hebben om goed Australisch te leren spreken, maar eveneens aan de moeilijke omstandigheden, waaronder de assimilatie (of integratie) zich ontwikkelt in een miljoenenstad zoals Sydney (Sutherland is een district aan de buitenkant van Sydney, ongeveer 20 km er van verwijderd). In het binnenland is dit geheel anders. Duizend kilometer van Sydney ligt Mildura, een stad van 12.000 inwoners, in een streek, die beroemd is om haar druiventeelt. Daar wonen ongeveer dertig Nederlanders. Zij hebben een vereniging gevormd, die toneelstukken wilde opvoeren, maar wat moet je doen als er geen Nederlands publiek is? De enige oplossing was uiteraard om toneeluitvoeringen in het Engels te brengen en dot heeft deze vereniging, die zich ‘Upside Down’ noemt, dan ook gedaan. Zij oogstte groot succes bij haar Australisch publiek. De toneelstukken, die zij opvoerde, waren Nederlandse stukken, door hen zelf in het Engels vertaald. Het behoeft weinig betoog dat de aanpassing in zo'n provinciestad vlugger en gemakkelijker verloopt dan in Sydney, waar men elkaar voorbijloopt zonder te groeten.... De secretaris van deze actieve en corpronkelijke Nederlandse Vereniging ‘Upside Down’ is de heer J.G. van Wijngaarden. | |
De taak van het consulaatIn een vorig artikel (zie dec. nr. 1956, bladz. 86 en 87) heb ik het een en ander verteld over het Koningin Wilhelmina Ondersteuningsfonds in Sydney. Dat artikel heeft klaarblijkelijk de indruk gewekt als zou het Consulaat der Nederlanden te Sydney gean positief werk verrichten, wanneer het gaat om steun en advies. Dit is natuurlijk wel degelijk het geval. Het consulaat verleent zijn voile steun aan het fonds. De consul-generaal heeft niet alleen een adviserende, doch ook een beslissende stem bij de benoeming van trustees. Een sociale werkster, die aan de Nederlandse Emigratiedienst is verbonden, heeft zitting in het bestuur van het fonds als secretaresse. Uit hoofde van haar functie is haar advies in zaken van steunverlening aan behoeftige Nederlanders van grote betekenis. Het fondsbestuur heeft begin mei rondzendbrieven gericht aan Nederlanders in Australië met het verzoek financiële steun te verlenen. Giften kunnen worden gezonden aan de secretaresse, mejuffrouw C. Ph. van Schel-ven, G.P.O. Box 4152, Sydney N.S.W. | |
Opvoering Dagboek Anne FrankEen van de grootste gebeurtenissen voor de Nederlanders in Australië, met name in Sydney, is geweest de opvoering van het Dagboek van Anne Frank (Het Achter huis), waarin Noël Madison de rol van Otto Frank en Elizabeth Waterhouse, een 15-jarig Australisch schoolmeisje, de rol van Anne Frank vervulde. Talloze Nederlanders hebben de opvoering bijgewoond. De reactie bij de Australiërs is in het algemeen echter niet van zo diepgaande aard geweest als men zou verwachten. De dagbladpers was tamelijk lauw in haar kritieken. Deze kritiek gold meer de toneelschrijvers dan de toneelspelers en zeker niet de schrijnende inhoud van het toneelstuk zelf, welke de pers een stuk levende geschiedenis noemde. De volle, uitverkochte schouwburgzalen, waarover ik gelezen heb in de buitenlandse pers, zijn hier tot nu toe echter een wensdroom gebleven. Tijdens een der voorstellingen heeft mevrouw Betty Lissing, die als 17-jarig meisje in hetzelfde concentratiekamp heeft gezeten als het gezin-Frank, bloemen aan Elizabeth Waterhouse aangeboden. Later heeft zij in twee artikelen in een der ochtendbladen van Sydney een sober, maar treffend verslag gegeven van haar ervaringen gedurende de oorlogsjaren in Auschwitz. | |
De spreiding der immigrantenAustralië bestaat voor velen daarbuiten eigenlijk alleen uit Sydney, Melbourne en dan nog wel eens Adelaide, Perth, Hobart en Brisbane, de hoofdsteden van de verschillende staten. Hoewel er ettelijke duizenden Nederlanders in deze steden wonen, moet niet worden vergeten, dat er even zovele duizenden Nederlanders in kleinere plaatsen zijn neergestreken, ja over het gehele land verspreid zijn. Die spreiding gaat echter weer niet zo ver, dat men in elke plaats een landgenoot zou kunnen ontmoeten. Daarvoor is dit land te groot......, te droog......, te verlaten. Maar ik ben toch in plaatsen geweest, waar Nederlanders, ondanks de af gelegenheid, zich hebben gevestigd, omdat zij zich voelden aangetrokken tot de bijzondere sfeer, welke zo'n ‘county town’ heeft. Zo ontmoette ik in Blackall, in het centrum van Queensland, waar het die dag 110 graden in de schaduw was, Tonny | |
[pagina 61]
| |
Borsboom, die mij vol trots de elektrische installatie toonde, welke hij had aangelegd in het clubgebouw van de notabelen van deze prairiestad van tweeduizend inwoners. In Broken Hill, de Zilveren Stad, waar zinklood uit de mijnen wordt gehaald, wachtte op een morgen de burgemeester, vergezeld van een Nederlander, de 26-jarige Joseph van Gent,Ga naar voetnoot*) mij op. Op zichzelf niets bijzonders, zoudt u zeggen, maar u moet weten, dat Broken Hill in het achterland van New South Wales ligt, omgeven door woestenij en woestijn. De naastgelegen stad ligt er 300 km vandaan. In Broken Hill wonen 32.000 mensen onder wie zo'n dertig Nederlanders. Het is een stad, die haar eigen wetten heeft en waar de arbeiders de wet uitmaken. | |
Hoge lonen en vakbondenIk zal daarover in een volgend artikel het een en ander vertellen, maar - om uw nieuwsgierigheid te wekken - wil ik nu alvast verklappen, dat de arbeiders en andere werknemers bij de zinkloodmijnen de hoogstbetaalde loontrekkers in Australië zijn. Elders in Australië verdient een arbeider of kantoorbediende £ 18 per week, maar in Broken Hill krijgt de bij een mijnonderneming geplaatste arbeider of kantoorbediende er nog eens £ 18 bij. Mocht u, na dit gelezen te hebben, soms naar Broken Hill willen emigreren om bij of in de mijnen te gaan werken dan kunt u dat wel uit uw hoofd zetten. Als u er niet geboren is of op 'n andere manier niet wijzen kunt op langdurige betrekkingen met de stad, krijgt u bij de mijnen geen kans. Daar zorgen de vakbonden wel voor! |
|