Neerlandia. Jaargang 61

Innige samenwerking tussen New York en Den Haag

IN HET VORIGE NUMMER VAN NEERLANDIA plaatsten wij een verslag over het in New York door de Algemene Nederlandse Vereniging aldaar op waardige wijze gevierde Koninginnefeest. Wij hebben van die feestavond hierboven een foto afgedrukt, waaruit blijkt in welk een groot aantal onze landgenoten waren opgekomzn.

Men is zich in New York ten voile bewust van de waardevolle banden, die er tussen ons reeds tientallen jaren hebben bestaan en waardeert in hoge mate de aanhoudende pogingen van het Hoofdbestuur om te komen tot een vorm, die het mogelijk maakt de hartelijke en hechte samenwerking te bestendigen zonder inbreuk te maken op het in Amerika geldende verbod om deel uit te maken van een in het buitenland gevestigde vereniging.

Een hartelijk gebaar jegens secretaris

Deze goede betrekkingen zijn ver leden jaar reeds duidelijk tot uiting gekomen door een verzoek van de Algemene Nederlandse Vereniging in het verbondsbestuur een vertegenwoordiger te mogen aanwijzen, waartoe de secretaris, ir. G. Schutte, met wie men uiteraard door de geregelde briefwisseling een persoonlijk contact had, was voorgedragen.

Op 11 juli, bracht een goed lid van de New Yorkse vereniging, de Nede rlandse consul in New York, dr. J.F.E. Einaar, die voor korte tijd in Nederland vertoefde, een bezoek aan het verbondskantoor in Den Haag, waar hij in tegenwoordigheid van de onder-voorzitter, dr. J. Schouten, aan de secretaris, ir. G. Schutte, een brief overhandigde namens het bestuur van de Algemene Nederlandse Vereniging in New York.

In deze brief bracht de voorzitter, de heer A. Poppers, tot uiting de gevoelens van waardering voor het vele goede werk, dat de secretaris in het belang van de Nederlandse zaak in het algemeen en voor het Algemeen Nederlands Verbond in het bij zonder doet. In ver band met het vele schrijfwerk, dat de secretaris in de komende maanden, in verband met het a.s. 60-jarige jubileum ongetwijfeld zal hebben te verzetten, besloot het bestuur van de New Yorkse vereniging zijn waardering in meer tastbare vorm tot uiting te brengen. Aan de Nederlandse consul, dr. J.F.E. Einaar, die naar Nederland zou vertrekken, was verzocht namens het bestuur in New York een Sheaffer-vulpenhouder (een z.g. ‘snorkel’-vulpenhouder) te willen overhandigen.

Dat een dergelijk hartelijk gebaar zeer op prijs wordt gesteld is wel vanzelf-sprekend.

Bij de teleurstellingen, die in het verenigingsleven nu eenmaal niet te vermijden zijn, zijn bewijzen van waardering als deze bemoedigend.