Neerlandia. Jaargang 61
(1957)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
BoekbesprekingWat een schrijver Ujden kan, door dr. Gilbert De Groote. Uitgegeven door Wereld-Bibliotheek te Amsterdam-Antwerpen. Prijs: f 2,40.Over de befaamde schrijver Hendrik Conscience bestaat al een uitgebreide literatuur. Toch verrast dit kleine boekje van 123 bladzijden, geschreven door een Conscience-kenner, door de frisse kijk, die hij geeft op deze grote Vlaamse schrijver. Dr. De Groote heeft hierbij voornamelijk gebruik gemaakt van de briefwisseling, die Conscience gevoerd heeft met zijn uitgever J.P. van Dieren en zijn boekverluchter Eduard Dujardin. Hierdoor is een beeld van de schrijver ontstaan, zoals we dat tot dusver eigenlijk nog niet goed kenden. In zoverre was De Groote's werk gemakkelijk, wijl Conscience niet alleen uitvoerig brieven wisselde, maar ook alle bijzonderheden meedeelde, die voor hem belangrijk schenen. En dat zeer secuur. Want zakelijk bekeken was Conscience een man van het detail, die nauwkeurig boek hield en weinig punten uit zijn schrijversleven onvermeld liet. Wij leren zijn eerzucht kennen, zijn vele geldelijke zorgen en zijn gezinsmoeilijkheden. Aldus zien wij in dit bescheiden, maar knap geschreven boekje, de schrijver in zijn grootheid, maar ook in zijn kleinheid, Onder alles is hij toch de man geweest, die Vlaanderen heeft leren lezen en wiens boeken, zowel in Vlaanderen als in Nederland, met graagte werden gelezen. Wij be velen dit boekje in alle opzichten aan.
E. H.B. | |
De geschiedenis van een dubbeltje, door Gerard Keller. Uitgegeven door H.P. Leopolds Uitgevers Mij te 's-Gravenhage.De geschiedenis van een dubbeltje is eigenlijk de geschiedenis van de ambtelijke verantwoording van een dubbeltje, door een marechaussee als veergeld betaald voor een Duitse deserteur, die hij bij de grens had gearresteerd en in de pont had meegenomen. De schrijver Gerard Keller (1829-1899), die stenograaf bij de Kamers der Staten-Generaal en redacteur van de Arnhemse Courant is geweest, schreef een allersmakelijkst verhaal over de verwikkelingen, welke ontstonden tussen verschillende ambtelijke instanties (burgemeester en wethouders, heren gedeputeerden, de gemeenteraad, de Algemene Rekenkamer, en de ministers van binnenlandse zaken, justitie, buitenlandse zaken en van oorlog. Zij werden niet alleen bij het bewuste dubbeltje betrokken, maar vlogen elkander zelfs in de haren en trachtten elkaar op listige wijze voor dat dubbeltje te laten opdraaien. De geheimen van de ambtelijke papier-molen worden hier wel heel fijntjes uit de doeken gedaan. De tekeningen en het ontwerp van de omslag zijn van de hand van Carla de Josselin de Jong. | |
Vrouw en Keizerin, door F.W. Kenyon. Uitgegeven door de Zuid-Hollandsche Uitgevers Mij, 's-Gravenhage. Vertaling van Bob Tadema-Sporry. Prijs geb. f 12,50.De ondertitel van dit boek luidt: Josephine, Napoleons grote liefde. Josephine Tascher de la Pagerie, geboren op Martinique in 1763, echtgenote van generaal vicomte Alexander de Beauharnais, die in 1794 onder de guillotine viel, werd de geliefde en later in 1796 de echtgenote van Napoleon Bonaparte, wiens opgang tot aan de keizerstroon zij medemaakte. Ze werd ten slotte uit dynastieke overwegingen in 1810 als keizerin op zij geschoven voor Maria Louise van Oostenrijk, die Napoleon de zo begeerde zoon en a.s. opvolger zou schenken. In dit boek staat Josephine in het middelpunt van Napoleons leven. Om haar heen veel figuren, die een grote of een kleine rol speelden, vaak niet zo'n fraaie rol in dat merkwaardige milieu aan het hof te Parijs, een geheel aparte wereld van glans en weelde, van schittering, maar ook van corruptie en bedrog, vleierij en gekonkel, verraad, spionnage en contraspionnage. In dat milieu leefde Josephine, wier escapades en avonturen Napoleon niet verborgen bleven. Toch bleef tussen deze beide mensen een grote liefde en een diep gevoel van verbondenheid alle gapingen overbruggen. Hortense, de dochter van Josephine, door Napoleon min of meer onder dwang uitgehuwelijkt aan zijn broer, Louis Napoleon, de latere koning van Holland, in wie Bonaparte, zo lang hij nog geen zoon had, zijn opvolger zag, vinden we in dit boek steeds bij haar moeder. Alle waardering voor dit boek. Kenyon heeft het vele materiaal, dat hij heeft moeten raadplegen, meesterlijk bewerkt; hij is er in geslaagd een voortreffelijke uitbeelding te geven van talrijke figuren, onder wie vele zogenaamde groten der aarde, die echter, als het er op aan komt, klein en laag bij de gronds blij ken te zijn. Een boek met een levendige schildering van een boeiende, veelkleurige achtergrond. | |
De V.A.B. (Vlaamse Automobi-listenbond) - gids 1957, uitgegeven door de Vlaamse Automobilistenbond. Deel I van deze uitgave is gewijd aan Vlaanderen. Deel II: Wallonië en het Groothertogdom Luxemburg zal binnenkort verschijnen en deel III: Nederland komt in 1958 van de pers.Het eerste deel telt niet minder dan 823 bladzijden. Elke plaats in Vlaanderen van Aalst tot en met Zwijndrecht wordt genoemd en beschreven. Dan volgen achttien reiswegen voor autotochten. Over de plaatsen en plaatsjes, welke men op zo'n tocht passeert, worden alle bijzonderheden vermeld. Aan het slot een alphabetische klapper. De bewerking van dit deel is van de hand van de voorzitter van de Bond, Jozef van Overstraten, met medewerking van Renaat Martens, Justin Seys, Edgar Tahon en Gustaaf Cuylits. Voor toeristen is deze toeristische encyclopedic een onmisbare en zeer betrouwbare reisgids. De prijs van deze gids is 60 Belg. franken, voor leden van de Bond 50 Belg. franken. | |
Nijmegen, stad onder de keizerskroon. Met een voorwoord van Anton van Duinkerken. De tekst is van Jan Elemans. Wim K. Steffen vervaardigde de foto's en M. Woldringh de kleurenfoto's. Uitgegeven door N.V. Uitgeverij W. van Hoeve te 's-Gravenhage-Bandoeng. Prijs f 27,50.In minder dan twintig bladzijden geeft de jonge Nijmeegse schrijver Jan Elemans een levendige beschrijving van deze oudste stad in ons land, van het ‘Ulpia Noviomagus’, dat in 105 het Romeins stadsrecht verkreeg van keizer Ulpius Trajanus, maar ook van het Numaga van de Frankische keizer Karel de Grote. De tijden van vorstelijke luister wisselen af met de jaren van grote stilte en isolement. Nadat de wallen werden geslecht, groeide Nijmegen uit tot de belangrijke, mooie, door duizenden toeristen jaarlijks bezochte Gelderse stad van heden. Met Wim Steffen komen we overal. Op de plaatsen der oudheid en in de moderne wij ken, in de stilte der kerken en het rumoer der markten, in de intimiteit van de studentenkamer en de luidruch-tigheid van stations, in de engte van de oude, nauwe stegen en de verrukkelijke wijdte van het Waallandschap. Scholen en fabrieken, ziekenhuizen en ateliers, het stadhuis en de Waag, afbraak en opbouw, niets werd vergeten. Een fraai kunstwerk van een historische, op wonderlijke wijze gegroeide stad, gelegen aan een der belangrijkste rivieren, stad met een jonge, maar veel betekenende universiteit, stad van de alom bekende vierdaagse. Een boekwerk, dat het als geschenk aan hen, die van Nijmegen houden, goed doen zal. Hulde aan allen, die aan dit prachtwerk op de een of andere wijze hebben medegewerkt. Hulde vooral aan de uitgever, die niet voor de eerste maal ons verrast met zijn gedurfde en geslaagde uitgaven. | |
Marokko in het zonlicht, door dr. K.P. Huibregtse. Uitgegeven door de Zuid-Hollandse Uitgevers Mij te 's-Gravenhage. Prijs geb. f 7.90.Wat weten wij in doorsnee van Marokko af? Niet veel. We hebben een vage voorstelling van een roerig volkje op het Rifplateau, van Berbers te paard en Arabieren op de kameel, we herinneren ons flauw, dat de laatste Duitse keizer in 1911 een oorlogsschip naar Agadir zond en daarmee is onze kennis dan wel geschetst. Dr. Huibregtse doet dit land voor ons leven. Na zijn prachtige, met fraaie foto's verluchte boek te hebben gelezen, weten we iets meer af van die Berbers en de Arabische stammen en de daar wonende Joden (250.000 in Frans Marokko). Onze aandacht wordt verder gericht op de pacificatie, op de rechtspraak, de financiën, gezondheidsdienst, onderwijs, landbouw, veeteelt, visserij en boswezen, op industrie, handel en scheepvaart, mijnwezen, wegen en havens. Dr. Huibregtse wekt tot slot van zijn belangwekkende studie de lezers op met dat land kennis te gaan maken en geeft ons voor het gemak een aantrekkelijk reisplan mee. | |
[pagina 40]
| |
Nacht, neem mij op, door Joan Henry. Uitgegeven door de Zuid-Hollandsche Uitgevers Mij, 's-Gravenhage. Prijs geb. f 5,90. Vertaald uit het Engels door Hans de Vries.In dit boek, met de Engelse titel ‘Yield to the night’, tracht de schrijver, Joan Henry, de laatste veertien dagen te beschrijven van een goede vrouw, Mary Hilton, die een slechte vrouw wel overwogen - met voorbedachten rade zegt de rechter - vermoordt, nadat deze haar haar man heeft ontfutseld en vervolgens de dood ingejaagd. Een naargeestig boek zegt de oppervlakkige beoordelaar. Bij de meesterlijke schildering van deze geesteiijke lijdensweg, die de ter dood veroordeelde in haar cel, dag en nacht omgeven, bespied door vrouwelijk personeel, moet afleggen, komt men in de huiveringwekkende sfeer van het naderend einde. Een boek, dat doet uitzien naar afschaffing van de doodstraf. | |
Het ruist in de dennen, door Helmer Linderholm. Vertaald uit het Zweeds door M. de Gelder-Jansen. Uitgegeven door de Zuid-Hollandse Uitgevers Mij, 's-Gravenhage. Prijs geb. f 8,90.Een verhaal met een echt Zweedse streeksfeer over mensen, die de kleine, moeilijk te bereiken boerderijtjes bewonen in het moerassig merengebied van het Zweedse heuvelland. Dit verhaal gaat over clandestiene brandewijnstokers, ruwe drinkers, stropers en vechtersbazen, rap met het mes en gul met de liefde, jaloers en haatdragend. De hoofdpersoon, Ingvar Björnberg zou zich aan dit milieu willen onttrekken om op eervolle wijze een eerlijk bestaan te vinden, maar zijn driften drijven hem naar de misdaad en naar de gevangenis en vermoedelijk, al is het verhaal op dit punt niet helemaal duidelijk, naar de dood. Dit boek mist naar onze smaak spanning en leven, hetgeen niet uitsluit, dat velen er wellicht een paar goede uren aan beleven. | |
Driemaal heb ik 't genie ontmoet, door Ludwig Berger. Uitgegeven door de Zuid-Hollandsche Uitgevers Mij N.V. te 's-Gravenhage. Prijs geb. f 8,90.Vertaling van K. Walschot, met een inleidend woord van Ben van Eysselsteijn. Ludwig Berger! Wie onzer kent zijn grootheid niet? In dit hier aangekondigde boek maakt hij de balans van zijn leven op en welk een leven. Uit Duitsland gevlucht, zocht hij veiligheid in ons land, een veiligheid, die hij later moest zoeken op onderduikadressen, de ellende van de hongerwinter aan den lijve ondervindend. En nu ligt dan voor ons een stijlvol verhaal van deze wereldberoemde toneel-, film- en operaregisseur. Het genie ontmoette hij driemaal: Max Weber, Bernard Shaw en de Duitse schilder Max Beckmann. Maar vele andere groten van geest, talentvolle en begaafde kunstenaars, kruisten zijn weg en wij ontmoeten hen in dit boek. Ook de Nederlandse schrijver Jan de Hartog, voor wie hij een grote vriendschap gevoelt, behoort tot hen. Dit boek der ontmoetingen is roerend en boeiend, met grote liefde en talent geschreven. Een bekoorlijk boek, dat in zijn vaderland een ontvangst en waardering genoot, welke het ten volle verdient. |
|