De afdelingen aan het woord
De Ruyter-herdenking in Rotterdam
TE LAAT om nog in ons vorige nummer te worden geplaatst ontvingen wij van de afdeling Rotterdam van het A.N.V. onderstaand verslag over de op 22 maart j.l aldaar belegde avond, ter herdenking van Michiel Adriaanszoon de Ruyter. In de Plevozaal, waar de leden van vele samenwerkende Rotterdamse verenigingen bijeen waren, heette de voorzitter van de afd. Rotterdam van het A.N.V., de heer J.J. Kloppert, de sprekers van die avond, de heren P. Verhoog en H.V. Quispel, welkom.
De heer Verhoog, oud-commodore van de Holland-Amerika-Lijn, schonk vooral aandacht aan De Ruyter als koopvaardijschipper. Hij schetste onze zeeheld als iemand, die op jonge leeftijd ‘heel wat ego in zijn kosmos had’ en hoe hij, begonnen als bootsmansleerling, in ijverige volharding en dank zij een welhaast geniale aanleg, er in slaagde de hoogste rangen te bereiken.
De heer H.V. Quispel, directeur van het Instituut voor de Scheepvaart en Luchtvaart, sprak over De Ruyter als vlootvoogd. De zo bekende zeesiagen behandelde hij uitvoerig en duidelijk. Meer dan 20.000 mannen stonden onder het bevel van de admiraal. Hoe De Ruyter als mens was, mag wel het duidelijkst spreken uit de ere-titel ‘Bestevâer’. Zijn geloof was het richtsnoer van zijn leven.
De heer G. Ritmeester, voorzitter van het Nationaal Comité, op deze avond juist van de herdenkingsplechtigheden te Vlissingen teruggekeerd, voorde op een meer perzoonlijke wijze het woord.
Ten slotte vertoonde kapitein Verhoog nog enkele bijzonder fraaie lichlbeelden. De aarinwazigen, order wie een nazaat van de admiraal, jhr. A. Elias, toonden zich urterst voldaan over de prachtige avond.
Adr. K.