Een draak van een film
Eén er van is even wel voor mij en denkelijk ook voor vele anderen een grote teleurstelling geweest, want de film was ronduit gezegd, een treurig misbaksel. Het was - schrik niet - een film over het bezoek van Sint Nicolaas aan Nederland.
Dat zal iets fijns worden, dacht ik. Het hoogtepunt van de avond. Het bleek, om het enigszins wetenschappelijk uit te drukken, een afwijking van benul bij hen, die de film hebben opgenomen.
Daar komt dan de goede Sint ergens aan de Nederlandse kust van boord, opgewacht zoals het behoort door een équipage. Hij rijdt het land in langs rijen geestdriftig publiek, de stad tegemoet. Ik weet niet welke stad het was. Niet ver van het strand stopt zijn landauer voor een groot gebouw van de douane. Daar moet Sint, uit den vreemde komende, zijn bagage laten onderzoeken. Doch niet alleen de bagage. De douaniers schijnen, ondanks het priesterlijk gewaad, zijn mijter en zijn staf, hem niet te vertrouwen. Hij wordt achter een hoog scherm geleid en daar - foei-heren verfilmers - moet Sint zich uitkleden! Je ziet, wat hij zo al achtereenvolgens uittrekt en over het scherm heenwerpt, het ene kledingstuk na het andere.
Ik griezelde van al die narigheid; ik ben opgestaan en heb de zaal verlaten.
Goddank, dat er geen kinderen onder de toeschouwers waren!
Wellicht, neen vrij zeker, was een en ander niet zo kwaad bedoeld en meen-den de heren van de film, dat er hartelijk om gelachten zou worden. Wel een vreemde mening overigens.
Want, is een grofheid ooit lachwekkend?
JAN STAVAST.