Neerlandia. Jaargang 60

[p. 83]

De Reina Prinsen Geerligs prijs uitgereikt

Zaterdag, 24 november werd voor de tiende maal de Reina Prinsen Geerligsprijs uitgereikt. Daartoe was in de aula van de universiteit te Amsterdam een gezelschap van ruim honderd genodigden bijeengekomen.

De Heer R.J. Prinsen Geerligs gaf in zijn inleidend woord een opsomming van de personen, aan wie in de loop van de tien voorbije jaren deze prijs was toegekend.

De prijs in Nederland werd toegekend aan de 24-jarige Amsterdamse studente mejuffrouw G.W. Hamer, die onder het pseudoniem Winnie Pendel een manuscript inzond met de titel: ‘Ik ga weg, tot ziens’. Eervolle vermeldingen werden toegekend aan W.O.J. Nieuwenkamp voor ‘Calendula’ en aan Koko Wolf voor ‘Gewapende vrede’.

In Zuid-Afrika werd maar één werk ingezonden en wel door Peter Blum, een dichtbundel ‘Steenbok tot Poolsee’.

De bij deze uitreiking aanwezige Zuidafrikaner, de heer A. Muller las hieruit enige fragmenten voor.

De jury in Zuid-Afrika bestond uit de professoren dr. G. Dekker, dr. D.J. Opperman, dr. F. Oosterhof, W.E.G. Louw en N.P. van Wijk Louw.

Enige anderscheiding

Vervolgens las het lid van de jury in Nederland, de heer Morriën het juryrapport voor. In dit rapport werd er nog eens de nadruk opgelegd, dat alleen zij, die nog niet de leeftijd van 26 jaar hebben bereikt, voor toekenning van deze prijs in aanmerking komen.

Voorts wees het rapport op de grote betekenis van deze prijs voor jonge auteurs, die daardoor met één slag uit de onbekendheid komen in het licht van de blitzlampen.

Deze prijs, welke een aanmoediging wil zijn voor jonge schrijvers, is een énige onderscheiding in ons land.

De heer en mevrouw Prinsen Geerligs hadden dan ook, naar het oordeel van de jury, geen beter middel kunnen bedenken om de herinnering aan hun dochter te bewaren, dan door de instelling van een letterkundige prijs, welke naar haar genoemd is en welke een prachtig voorbeeld kan worden genoemd van praktisch idealisme.

Het jury-rapport besloot met het geven van een korte maar duidelijke typering van ieders werk.

In mejuffrouw Homer's werk werd haar intelligentie, humor en verbeeldingskracht geprezen; in W.O.J. Nieu-wenkamps Calendula zijn ongewone vaardigheid in de toepassing van een stijl, die veel dingen slechts aanduidt en in Wolfs ‘Gewapende vrede’ zijn stijl, waaraan een speels en dichterlijk element is toegevoegd.

Niet minder dan 42 Nederlandse en Vlaamse inzendingen waren bij de jury binnengekomen. Het peil daarvan lag tamelijk hoog.

Het had de jury dan ook wel enige moeite gekost om tot overeenstemming te komen over de vraag aan wie de prijs moest worden toegekend.

Nadat de heer R.J. Prinsen Geerligs aan mejuffrouw Hamer de oorkonde had overhandigd en haar had gelukgewenst met deze onderscheiding werden zij en de beide eervol vermelde deelnemers in de gelegenheid gesteld uit hun bekroonde werk voor te dragen.

Overhandiging van de oorkonde door de heer R.J. Prinsen Geerligs aan mejuffrouw G.W. Hamer (Winnie Pendel).