Neerlandia. Jaargang 60
(1956)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |
Cultuurspreiding door immigranten goed, maar dan meer medewerking
| |
Nog wat te lerenMisschien heeft u al gemerkt, dat er korrels zout te eten waren. Sydney telt vele grote firma's, die een wonderbaarlijke show hadden kunnen maken met praalwagens, maar al wat er kwam was een aantal niet onaardig versierde auto's, die wel eens deden denken aan de bloemenwagens in de eerste jaren na de oorlog tijdens het tulpenfeest in Nederland. Sydney moet nog heel veel leren. Al moet men het hier doen met kunstbloemen, en al heeft men niet de beschikking over de prachtige kleurige bloemen van het veld en van de tulpenbollen, Sydney boogt op ontelbare aantrekkelijke meisjes, die ook ditmaal, bij dit eerste Spring Festival, geen verstek lieten gaan en wier bekoorlijkheden grote luister gaven aan dit schouwspel. De praalwagens zelf waren niet zo imponerend en de wereld is er koud van gebleven.
Maar daarover wilde ik het niet hebben. De lente, de zon, en Sydney's ‘girls’ in een land, waar de vrouw op een voetstuk wordt geplaatst en de pers alle dagen de loftrompet over haar steekt hebben me van mijn apropos gebracht: Die kaasdrager! Dat was dr. C. Wouters, Brabander van geboorte, sinds een aantal jaren werkzaam als vertaler bij de Commonwealth Scientific and Industrial Research Organisation, maar dat had met z'n kaasdragersrol niets te maken. Dr. Wouters is de leider van de Nederlandse volksdansgroep, de vertegenwoordiger van de Nederlandse gemeenschap in de culturele commissie van de Good Neighbour Council (Raad van Goede Nabuurschap), een officiële Australische instelling, die de belangen der immigranten bevordert waar het assimilatie betreft. | |
SchaarsEr zijn overal ter wereld Woutersen, maar zij zijn schaars. Activiteit bij verspreiding van kennis omtrent de Nederlandse cultuur is bij uitstek een zaak van intellectueel leiderschap. De Nederlandse gemeenschap in Australië, met name Sydney, kan zich gelukkig prijzen met dr. Wouters, die door zijn grote talenkennis niet alleen het voorrecht geniet om ook de cultuur van andere landen, zoals Hongarije, Romenië, e.d, beter te begrijpen dan wie de kennis van de talen dier landen ontbreekt, maar die daardoor juist in Australië met zijn vele internationale groepen een schakel vormt tussen Nederlandse, Australische en ‘vreemde’ groepen. Hij is ook de man, die er volop tijd aan geeft. Zijn dansgroep - volksdansers in nationaal costuum - trekt overal heen waar zij gevraagd wordt. Dit betekent, dat zij dikwijls drie of meer avonden per week op stap is. Wie de afstanden hier kent, weet wat dit zeggen wil aan opoffering van tijd en energie. | |
Niemand begreep hetIntussen mag wel worden opgemerkt, dat de dansgroep moeilijk een vertegenwoordigster van de 'Nederlandse cultuur kan worden genoemd. Haar prestaties zijn daarvoor te eenzijdig. Wanneer men kritiek wil uitoefenen - want wat deze dansgroep ons biedt is ondanks zekere verdiensten beslist onvoldoende dan moet men eerst bedenken hoe moeilijk het is de medewerking te verkrijgen, die men nodig heeft. Die medewerking kan niet van één kant komen. Wanneer er bijv. ooit weer een kaasdrager in een festival marcheert in een optocht, dan moet de toeschouwers worden duidelijk gemaakt hoe de kaas in Alkmaar wordt gedragen. Indien Nederland prijs stelt op verspreiding van cultuurkennis, dan zal de Nederlandse regering, zèlf of door haar bemiddeling, onverwijld zulke bijzondere attributen ter beschikking dienen te stellen van de Nederlandse volksgroepen in het buitenland, i.c. Australië. Toen ik dr. Wouters parmantig en ernstig zag voortstappen in zijn kaasdragerscosstuum, had ik medelijden met hem: geen der honderdduizenden toeschouwers langs de weg bevroedde wat deze man voorstelde. ‘A funny red hat’ zei iemand naast me. En dat was al. Enig nut heeft dr. Wouters' prestatie niet geoogst. Jammer. Jammer ook van die molen, dat knalrood. En de vorm! Ik heb nog nooit zo'n molen in Nederland gezien. Maar de bedoeling was goed, al waren de middelen gering. | |
Molens in trekMOLENS ZIJN IN TREK. De Nederlandse Vereniging in Sutherland Shire, waar een goede vijfhonderd landgenoten wonen, heeft tijdens de herdenkingsfeesten van het 54-jarig bestaan van deze Shire als autonoom bestuursdistrict, deelgenomen aan een optocht van praalwagens met een witte molen. Ook hier waren de ‘Volendammers’ vertegenwoordigd. De praalwagen werd de derde prijs toegekend. Deze vereniging heeft onlangs een nieuwe poging gedaan om goede amusementskunst te brengen door een toneelstuk op te voeren van Galdoni, de 18e , eeuwse Italiaanse Molière: ‘De knecht van twee meesters’. Dit stuk is in Nederland herhaalde malen opgevoerd door de Haagse Comedie, waarvan toen o.a. deel uitmaakte Koos Simonis. Koos is later naar Australië geëmigreerd (en inmiddels met een Australisch meisje getrouwd), waar hij voor de Ne-derlandse vereniging in Sutherland Shire verschillende toneelstukken heeft geregisseerd. De opvoering van een ‘Molière’ was een gewaagde onderneming, omdat niet alleen de 18e eeuwse costuums eigenhandig vervaardigd moesten worden, maar ook het beschikbare mensenmateriaal niet voldoende keuze van spelers liet. Het succes van de avond, die door 250 mensen werd bijgewoond, is dan ook bijna uitsluitend te danken geweest aan Koos Simonis, die als hoofdrolspeler een briljante uitbeelding gaf van de ‘knecht’ en van Jo Broer als zijn eerste medespeler. Het belangrijkste was echter, dat hier, vermoedelijk voor het eerst in Australië, een klassiek stuk ten tonele werd gebracht voor een publiek, dat in 't algemeen in Nederland niet gewoon was naar de schouwburg te trekken om dergelijk toneel te gaan zien. | |
Niet zo gemakkelijkDE VERSPREIDING VAN CULTUUR, zoals men dit pleegt te noemen, on der immigranten in Australië is een zaak met vele kanten. Het publiek is zeer gevarieerd en daarom vermoedelijk het best te ‘bereiken’ door een toneelstuk. Het houden van lezingen bijvoorbeeld is riskant. Bij een onlangs door dr. Wouters gehouden lezing over Rembrandt in Sydney kwamen veertig belangstellenden, hetgeen overigens nog een succes genoemd moet worden. De belangstelling voor. de maandelijkse ‘borreluurtjes’, die een jaar geleden werden ingesteld, is | |
[pagina 77]
| |
echter zo groot, dat zij een groot succes genoemd kunnen worden, temeer omdat Australiërs ruime gelegenheid krijgen er aan deel te nemen. Dit bevordert de assimilatie. Daarentegen is - uiteraard - het aantal Australiërs, die een Nederlandse toneelavond bezoeken, gering, meestal nihil. Alleen in Dandenong, Victoria, was dit kort geleden anders: Dáár speelde de Nederlandse toneelgroep ‘Het Masker’ Feenstra's ‘Als de klok waarschuwt’. Onder de toehoorders bevonden zich studenten (Australiërs), die aan de Universiteit van Melbourne de colleges in de Nederlandse taal- en letterkunde volgen. U ziet hieruit, dat de Nederlandse taal dus een op de universiteit onderwezen vak is. Dr. J. Smit, een Nederlander, is er ‘senior lecturer’. MelbourneGa naar voetnoot°) is de enige plaats in Australië, waar men Nederlands kan studeren aan een universiteit. In Nieuw-Zuid Wales kan men thans echter Nederlands kiezen als een der vakken, waarin men examen wenst af te leggen voor toelating tot de universiteit! |