Van jaar tot jaar
van boek tot boek
In zijn toespraak bij de opening van de tentoonstelling ‘Van jaar tot jaar, van boek tot boek’, welke in het Haagse Gemeentemuseum is ingericht ter gelegenheid van het tienjarige bestaan van het BelgischNederlandse culturele akkoord, heeft de minister van O., K. en W., mr. J.M.L. Th. Cals, gewaagd van de eenheid van de letterkunde van Nederland en Vlaanderen.
Op deze expositie, aldus de minister, wordt een panorama gegeven van een halve eeuw letterkundig leven en wel op een wijze, als betrof het niet de letterkunde van twee landen, maar die van een enkel land. Voor zover er in België Vlaams, d.w.z. Nederlands wordt geschreven hebben de inrichters van deze tentoonstelling zich laten leiden door het beginsel dat de letterkunde van dit land een eenheid vormt met die van Nederland en dat dan ook de letterkunde van dit gehele taalgebied, dat het niet onbelangrijke aantal van 15 miljoen zielen omvat, als een eenheid moest worden geexposeerd. In menige resolutie is er op de conferenties der Nederlandse letteren voor gepleit, de Noord- en Zuidnederlandse letteren als een eenheid te behandelen. In de vergaderingen is herhaaldelijk vastgesteld, dat bijv, bij het samenstellen van literatuuroverzichten in schoolen handboeken in Nederland niet de Vlaamse letterkunde zou dienen te worden afgedaan met een kort aanhangsel achterin, zoals vroeger maar al te vaak gebeurde, en dat omgekeerd de Noordnederlandse literatuur in Belgische boeken op dit gebied niet stiefmoederlijk zou dienen te worden behandeld. Herhaaldelijk ook is de wens uitgesproken, dat in letterkundige bloemlezingen in beide landen hetzelfde principe zou worden doorgevoerd en dat in letterkundige tijdschriften evenveel aandacht zou worden besteed aan publikaties van over de grens als aan die welke in het eigen land ver-schijnen. Niet al deze wensen zijn volledig in vervulling gegaan, maar de invloed van de resoluties begint toch steeds duidelijker merkbaar te worden.
OOK IN DEZE TENTOONSTELLING is het principe van de literaire eenheid van Noord en Zuid consequent doorgevoerd, zo vervolgde de minister. Dat Herman Teirlinck hier niet ontbreekt, zal u niet verbazen, maar tekenend is, dat de reeks hier behandelde schrijvers zelfs met een Vlaming begint en eindigt. De tentoonstelling ‘Van jaar tot jaar, van boek tot boek’, die de letterkunde van onze eigen tijd behandelt, is een vervolg op een andere letterkundige tentoonstelling: ‘De Nederlandse letterkunde in honderd schrijvers’. (N.R.C.)